Behandelingen
Preventie
Preventieve maatregelen kunnen de kans op de ontwikkeling van osteoporose en osteoporotische breuken verminderen. Als de patiënt al osteoporose heeft, blijft preventie essentieel. Belangrijk is om voldoende calciumrijke (melk en andere zuivelproducten) en vitamine D–rijke voeding (zoals vis) te eten. Eventueel kan de patiënt calcium- en vitamine D-supplementen gebruiken. Lichaamsbeweging heeft ook een bevorderende invloed op de botaanmaak, terwijl roken en overmatig alcoholgebruik (meer dan 3 eenheden per dag) een negatieve invloed hebben. Voldoende aandacht besteden aan valpreventie is ook belangrijk.
Medicijnen
Als osteoporose is bevestigd, kan een therapie met medicijnen worden gestart om verder botverlies te beperken. Ook moet de botmassa door de medicatie weer toenemen. Vaak wordt gestart met bisfosfonaten, in de vorm van pillen of toegediend met injecties. Bij de pillen is het belangrijk om de instructies voor de inname correct te volgen, anders kan irritatie van de keel en slokdarm ontstaan. Als deze geneesmiddelen onvoldoende effect hebben of bijwerkingen geven, is het mogelijk om denosumab te gebruiken. Dit wordt elke zes maanden toegediend via een onderhuidse injectie.