Behandelingen
Als een bloedprop (thrombus) en/of longembolie wordt bevestigd, start zo snel mogelijk de behandeling om nieuwe klontervorming te voorkomen. De behandeling duurt meestal 6 maanden, tenzij er speciale omstandigheden zijn zoals een stollingsstoornis of terugval. Soms wordt de behandeling opgevolgd met een therapie met een aspirinederivaat.
Injecties
Vaak krijgt u eerst een vorm van heparine toegediend via injecties net onder de huid (subcutaan). Vrijwel gelijktijdig krijgt u ook medicatie tegen bloedstolling, zoals de coumarine-derivaten Marevan, Sintrom of Marcoumar. Heparine wordt meestal 5 tot 7 dagen gegeven, totdat de juiste dosis van de bloedstollingsmedicatie is bepaald met een bloedtest. Na ontslag uit het ziekenhuis moet u regelmatig bij uw huisarts de bloedstolling laten controleren met een INR-test.
Pillen
Naast de klassieke behandeling met injecties kan de behandeling worden voortgezet met orale antistollingsmiddelen (anticoagulantia of NOAC). Hierbij krijgt u bijvoorbeeld Pradaxa, Xarelto, Eliquis of Lixiana voorgeschreven. Deze werken veel sneller, waardoor de behandelingsduur met heparine veel korter is of zelfs overbodig. Ook is er geen regelmatige controle van de bloedstolling vereist. De dosis ligt vast, eventueel aangepast aan de nierfunctie.
Opname Intensieve Zorgen
Wanneer de longembolie zeer uitgebreid is, wordt u opgenomen op de dienst Intensieve Zorgen. Hier wordt dan ook thrombolyse toegepast; u krijgt intraveneus (via de ader) klonteroplossende medicatie toegediend.
Mogelijke complicaties
- Hart- en ademhalingsstilstand: alleen in heel ernstige gevallen.
- Chronische pulmonale hypertensie: een te hoge bloeddruk in de longslagaderen kan worden veroorzaakt door langdurige stolsels in de bloedvaten van de longen. De klachten hierbij zijn vermoeidheid, kortademigheid en een afname in inspanningsvermogen.
Wat kan u zelf doen?
Een goede en gezonde levensstijl is heel belangrijk. Dit betekent regelmatig bewegen, gezond eten en niet roken. Als u gewend was te sporten, kan u dit gerust blijven doen. Laat echter wel zware sporten zoals krachtsport achterwege, of bespreek dit met uw specialist.