Geur- en smaakverlies
Het geur- en smaakvermogen zijn nauw met elkaar verbonden. Voor het herkennen van complexe smaken zijn zowel geur- als smaakzin noodzakelijk. Daardoor valt een verminderd reukvermogen meestal op doordat voedsel smakeloos lijkt. Een verminderd reuk- of smaakvermogen kan invloed hebben op het vermogen om te genieten van eten, drinken en aangename geuren. Het kan ook potentieel gevaarlijk zijn, doordat gevaarlijke chemische stoffen en gassen niet goed worden waargenomen. Over het algemeen begint vanaf de leeftijd van 50 jaar de geur- en smaakzin geleidelijk aan af te nemen.
Oorzaken
Het reukvermogen kan worden aangetast door veranderingen in de neus, in de geurzenuw of in de hersenen. De geur- en/of smaakzin kunnen tijdelijk of blijvend verminderd/veranderd zijn door bijvoorbeeld infecties (verkoudheid), ontsteking (chronisch geur- en smaakverlies), bestraling op het hoofd, chemotherapie, inname van bepaalde medicatie, te droge mondslijmvliezen, roken, depressie, hoofdtrauma en tumoren. Een verminderde of afwezige geurzin kan ook aangeboren zijn.