Werking botox
Bij nieuwe patiënten duurt het vaak een paar maanden (verschillende opeenvolgende infiltraties) voor we de optimale dosis van botox en de goede combinatie van infiltratieplaatsen vinden. Daarna is het mogelijk dat we de aandoening vaak jarenlang, soms zelfs tientallen jaren, met regelmatig nieuwe injecties goed onder controle houden. Soms kan een infiltratie minder effect hebben. Wanneer dit verminderde effect aanhoudt, heeft de arts drie opties:
- de dosis verhogen
- de infiltratieplaatsen aanpassen
- overschakelen op een andere vorm van het toxine
Mogelijke bijwerkingen
Aangezien de stof botulinetoxine het contact tussen zenuw en spier (de neuromusculaire transmissie) onderbreekt, is een nauwkeurige dosering zeer belangrijk. We doseren telkens heel voorzichtig bij de eerste injectie. Afhankelijk van uw gevoeligheid kan u bij een eerste infiltratie geen of nauwelijks effect ervaren. Zo kunnen we bij een tweede infiltratie veilig hogere dosissen inspuiten met meer effect, zonder het risico op ernstige nevenwerkingen.
Een overdreven werkzaamheid van het toxine kan immers leiden tot hinderlijke bijwerkingen. Bij correct gebruik zijn nevenwerkingen echter zeldzaam. Mogelijke bijwerkingen per injectieplaats:
- Algemene (systemische) nevenwerkingen bij plaatselijke infiltraties met gebruikelijke doseringen doen zich doorgaans niet voor, maar zijn niet volledig uit te sluiten.
- Achterste nekspieren: een ‘drophoofd’ is mogelijk, waardoor u de kin moeilijk van de borstkas kan opheffen.
- Halsspieren (zoals de musculus sternocleidomastoideus): mogelijke slikproblemen.
- Kringspier oog: bij blefarospasme is een blauw oog mogelijk. Dit verdwijnt spontaan na enkele dagen.
- Rond het oog: een afhangend ooglid (ptose) en/of onvoldoende oogsluiting is mogelijk. Bij onvoldoende oogsluiting is een tijdelijke behandeling met oogdruppels en oogzalf nodig om keratitis sicca (droge ogen) te voorkomen.
Voor deze nevenwerkingen bestaat geen antidotum; u moet wachten tot de toxine uitgewerkt is, tot zo’n 3-6 maanden na de injectie. Vaak houdt een bijwerking slechts enkele dagen tot enkele weken aan.
Achtergrond botox
Botulinetoxine wordt geproduceerd door de bacterie Clostridium botulinum. Deze bacterie zorgt soms voor beelden in het nieuws van eenden met verlammingsverschijnselen tijdens warme zomers. Als vijvers droogvallen bij warm zomerweer creëert dit de ideale omstandigheden voor de groei van Clostridium botulinum. De eenden vallen bijgevolg ten prooi aan botulisme en kunnen niet meer vliegen.
Door voedselvergiftiging kan deze bacterie ook menselijke slachtoffers maken. In 1895 kwam de Gentse bacterioloog en hoogleraar Emile van Ermengem deze bacterie op het spoor na het verdachte overlijden van drie muzikanten die een begrafenisdienst opluisterden in Ellezelles, vlakbij Ronse. Hij isoleerde als eerste Clostridium botulinum en het botulinetoxine uit de slecht bereide ham die geserveerd werd op de begrafenisdienst.
Dankzij de ontwikkelingen in de moleculaire biologie in de laatste jaren begrijpen we beter hoe dit toxine precies verlammingsverschijnselen veroorzaakt. Via een ingenieus mechanisme legt het toxine de signaaloverdracht lam van de blaasjes (presynaptische vesikels) op de overgang tussen zenuw en spier (de neuromusculaire junctie) die gevuld zijn met acetylcholine. Het actieve deel van het toxine heeft een enzymatische activiteit die de SNARE-proteïnen verknipt - deze eiwitten zijn belangrijk voor de overdracht van signaalstoffen (neurotransmitters) zoals acetylcholine. Dit verstoort de signaaloverdracht van de zenuwen naar de spieren en bij gebrek aan neurotransmitters ontstaan verlammingsverschijnselen.
Gelukkig komt botulisme in onze streken bijna niet meer voor. De aandoening is potentieel dodelijk als er naast ptose, dysarthrie en dysfagie ook zwakte van de ademhalingsspieren ontstaat. Daarom bestaat ook de angst dat dit toxine ooit gebruikt wordt als biologisch wapen.
Farmaceutische bedrijven zijn erin geslaagd om dit toxine via moleculaire mechanismen in gezuiverde vorm te produceren. Daardoor is de behandeling met botulinetoxine van neurologische aandoeningen met een verhoogde spieractiviteit in een stroomversnelling gekomen. De behandeling met botox is nu de voorkeursbehandeling voor een reeks aandoeningen. Vaak waren die vroeger onbehandelbaar, of we gebruikten weinig effectieve perorale medicatie met veel bijwerkingen. Toediening van botox onder gecontroleerde omstandigheden en in vastgelegde hoeveelheden is perfect veilig, ook op lange termijn.