Back to top

Behandelingen

Bij een beroerte belt u de ambulance, die u (de patiënt) naar de dichtstbijzijnde spoeddienst brengt. Idealiter neemt de ambulancier al bloed af en plaatst hij een infuus tijdens de rit naar het ziekenhuis. Vaak is de komst van de patiënt al aangekondigd en staan de spoedarts en de neuroloog klaar bij aankomst van de patiënt. Na een kort onderzoek krijgt de patiënt een hersenscan om te bepalen om welk type beroerte het gaat. Dit bepaalt de verdere behandeling.

Herseninfarct (ischemische beroerte)

De neuroloog geeft eenmalig een krachtig klonteroplossend middel: intraveneuze trombolyse. Deze behandeling wordt alleen tijdens de eerste 4,5 uur na het begin van de beroerte toegepast. Hoe sneller de toediening, hoe groter de kans op herstel. Sommige klonters lossen echter niet op met deze behandeling. Daarbij speelt ook de lengte van de klonter een rol. Zo kan een lange klonter in een groot bloedvat zitten. In dit geval probeert de interventionele radioloog, onderdeel van het beroertezorgteam, die klonter te verwijderen met een katheter: endovasculaire trombectomie. Het succes en de eventuele toepassing van deze behandeling is ook afhankelijk van hoe snel een patiënt op de dienst Spoedopname is. In het AZ Sint-Jan Brugge-Oostende AV gebruiken we deze techniek sinds 2012. Sindsdien is in de regio het Beroertezorgnetwerk Noord-West-Vlaanderen opgericht. Daardoor worden ook patiënten uit omringende ziekenhuizen na verwijzing bij ons behandeld.

Hersenbloeding

De neuroloog probeert de bloeddruk zo snel mogelijk onder controle te krijgen en de bloedstolling te verbeteren, als deze verstoord is. Soms is een operatie noodzakelijk om de druk in de hersenen te verminderen.

Hersenvliesbloeding

Met een CT-angiografie, MR-angiografie of een klassieke angiografie (katheterisatie) zoeken we naar de oorzaak van de bloeding; een bloedvatblaasje of aneurysma. Als een aneurysma heeft gebloed, moeten we dit zo snel mogelijk afsluiten van de bloedsomloop. Het blaasje vullen we op met coils (coiling) via een katheter. In sommige gevallen is een hersenoperatie nodig om een soort klemmetje op het aneurysma te zetten (clipping). De keuze van behandeling hangt onder andere af van de plaats en vorm van het blaasje. Daarnaast dient de neuroloog ook medicatie toe, om een reactie van de bloedvaten op de bloeding (vaatspasmen) te verhinderen.

Cerebrale veneuze sinustrombose

Afhankelijk van de oorzaak dienen we meestal een bloedverdunnend middel toe op chronische basis, bijvoorbeeld via spuitjes in de buik. Ook kan een lumbale punctie de druk in de hersenen wat verlichten.

Eenheid voor beroertezorg

Uiteindelijk komen de meeste patiënten op de eenheid voor beroertezorg terecht. Hier monitoren we de patiënt minstens 24 uur en liefst zelfs 72 uur. Dit is belangrijk om de vitale parameters van de patiënt (zoals de bloeddruk, hartslag, het zuurstofgehalte in het bloed) op te volgen, om complicaties te voorkomen en om de oorzaak van de beroerte op te sporen. De gespecialiseerde verpleegkundige is voortdurend aanwezig. Studies tonen aan dat patiënten op een eenheid voor beroertezorg over het algemeen beter herstellen dan patiënten op een gewone zorgeenheid.

De inhoud van deze pagina werd samengesteld door de betrokken dienst(en). Laatste update: 28 februari 2017