Back to top

Historiek

Historiek

De historie van onze drie campussen in vogelvlucht.

Campus Sint-Jan

Het oude Sint-Janshospitaal, gelegen in het centrum van Brugge, heeft een ziekenhuistraditie van acht eeuwen oud. De eerste hospitaalzaal van het gasthuis Sint-Jan werd omstreeks 1150 gebouwd in opdracht van de stedelijke gemeenschap. Om de grote stroom hulpbehoevenden te kunnen opvangen, werden in de 13de en 14de eeuw nog drie ziekenzalen bijgebouwd.

In het begin bestond het hospitaalpersoneel uit een zelfstandige gemeenschap van lekenbroeders en -zusters, gebonden door een inwendig reglement. Bij het uitsterven van deze broedergemeenschap op het einde van de 16de eeuw stonden de zusters Augustinessen alleen in voor het beheer en de ziekenzorg. In het kader van de reorganisatie van de armenzorg werd in 1796 het Sint-Janshospitaal samen met andere stedelijke zorginstellingen niet afgeschaft maar onder een nieuw opgericht bestuur geplaatst, de Commissie van Burgerlijke Godshuizen. In 1864 werden 8 nieuwe ziekenzalen in gebruik genomen en omstreeks 1900 begonnen zich verschillende disciplines van de algemene genees- en heelkunde af te splitsen. Nieuwe afdelingen zoals de oogkliniek of de NOK ontstonden.

In 1925 werd de Commissie van Burgerlijke godshuizen samen met het Bureel van Weldadigheid – die instond voor de armenzorg 'aan huis' – afgeschaft en de Commissie van Openbare Onderstand (COO) opgericht. Op 1 januari 1977 werd de COO het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW).

Na de Tweede Wereldoorlog werd het voormalige bejaardenhuis voor vrouwen, gelegen in de Professor Dr. Sebrechtsstraat, ingericht tot chirurgische kliniek. Het werd een annex van het nabijgelegen Sint-Janshospitaal. Op een bepaald ogenblik voldeden de gebouwen en infrastructuur niet langer aan de eisen van een hedendaags ziekenhuis. Om het hoofd te bieden aan het groeiend aantal patiënten, werd uitgekeken naar de bouw van een nieuw hospitaal. Een poging om het ziekenhuis op te richten op de plaats van het oude bleek een utopie, zodat uiteindelijk besloten werd om het complex te realiseren aan de rand van de stad op gronden die eigendom waren van het bestuur, de COO. De bouwtoelating werd verleend in 1955; de eerste steen werd gelegd op 3 december 1966. Op 18 maart 1977 werd het nieuwe ziekenhuis officieel geopend.

Campus Sint-Franciscus Xaverius

Het Sint-Franciscus Xaveriusziekenhuis van de Zwartzusters, gelegen in de oude binnenstad, is in 1927 ontstaan vanuit de zorg die de Zwartzusters sinds 1361 aanboden aan de Brugse bevolking, met name ziekenzorg aan huis.

In 1926 besliste de toenmalige Algemene Overste van de Zwartzusters, Zuster Constance Foulon, dat de tijd rijp was om de koers te wijzigen. Zij was ervan overtuigd dat de zusters in een ziekenhuis een groter aantal zieken konden helpen en dat ze onder leiding van artsen meer gespecialiseerde zorg konden verstrekken. Daarom werd in 1927 een gedeelte van het klooster op de Oosterlingenplaats tot kliniek ingericht, onder de bescherming van de Heilige Franciscus Xaverius.

Het ziekenhuis kende een gestage groei van patiënten, waardoor het aantal ziekenhuismedewerkers steeg en de nood aan een aangepaste accommodatie steeds groter werd. Tussen 1980 en 1985 vonden ingrijpende verbouwingswerken plaats, waarbij de geslaagde restauratie van het Huis de la Torre en de hoekgevels van de Spanjaardstraat en de Spaanse Loskaai de pronkstukken zijn. Door de groei van de activiteiten verhuisde de in 1983 opgestarte geriatrische dagbehandeling in 1991 naar een volledige nieuwbouw. Na de ingrijpende verbouwing van de A- en E-vleugel tussen 1994 en 2000, is de volledige ziekenhuiscampus Sint-Franciscus Xaverius gemoderniseerd en klaar om binnen de fusie een eigentijdse zorgverlening aan te bieden.

Sinds 1 januari 2000 streeft het nieuwe fusieziekenhuis AZ Sint-Jan AV, bestaande uit Campus Sint-Jan en Campus Sint-Franciscus Xaverius, ernaar om kwaliteitsvolle, humane en betaalbare zorg aan te bieden aan de bevolking, en dit in samenwerking met de andere zorginstellingen in de regio. Daarbij staat de groeiende transmurale zorgfilosofie centraal.

Campus Henri Serruys

Campus Henri Serruys spruit voort uit de omstreeks 1835 opgerichte Sint-Janshospitaal door de Zusters Augustinessen. Het ziekenhuis situeerde zich in de Adolf Buylstraat te Oostende. In 1829, enkele jaren vroeger, werd de eerste steen gelegd aan het toenmalig burgerlijk hospitaal in de Edith Cavellstraat. Pas 45 jaar later werd het nieuwe Sint-Janshospitaal voltooid. Het ziekenhuis bestond uit vier grote zalen van 20 bedden. Later volgde een eerste indeling volgens specialismen.

In 1968 werd een nieuw ziekenhuis Henri Serruys geopend, vernoemd naar de toenmalig Oostendse burgemeester. Het omvatte een beddenhuis van 125 bedden (A-vleugel), een technisch kwartier en consultatieruimtes. Een tweede vleugel (B-vleugel) werd in 1975 in gebruik genomen. Later volgde de bouw van de E-vleugel bestemd voor 90 V-bedden, nadien vervangen door de G- en A-diensten. In 1997 werd een technisch kwartier, de D-vleugel in gebruik genomen.

Het Henri Serruys Ziekenhuis werd op 1 januari 2001 omgevormd van een OCMW-ziekenhuis naar een Autonome Verzorgingsinstelling. Een eigen rechtspersoon bood meer autonomie om zich verder succesvol te ontwikkelen. Door de jaren heen werd er grondig geïnvesteerd en gerenoveerd om modern comfort te bieden aan de patiënten.

Het laatste decennium wijzigde het ziekenhuislandschap grondig: er kwam een strengere normering van de overheid om bestaande activiteiten te behouden en nieuwe aan te trekken. Op 1 januari 2009 fusioneerde het Henri Serruys Ziekenhuis AV met het AZ Sint-Jan AV. Door het bundelen van de krachten kan men innovatieve referentiezorg voor iedereen binnen de regio aanbieden. Campus Henri Serruys beschikt vandaag over 317 erkende bedden en staat in voor acute zorgverlening met de modernste technieken en apparatuur.