Back to top

Veiligheid, comfort en resultaat van cataractoperatie blijven erop vooruitgaan

13 mei 2019
Cataract

Cataract is een van de meest voorkomende oogproblemen in de wereld. Het komt vaak met de leeftijd, maar ook door medicatie, beschadiging van het oog of ziektes zoals diabetes kan je ooglens troebel worden. Dankzij de moderne technologieën en de steeds betere kennis erover zijn de veiligheid en het comfort van een cataractoperatie sterk gestegen, zowel voor de oogarts als voor de patiënt. We kunnen het zicht ook steeds nauwkeuriger corrigeren.

Eeuwenoud probleem

Bij cataract vertroebelt de ooglens. De patiënt ziet dan steeds minder, krijgt last van tegenlicht of van wisselend zicht met bijziendheid. Dat is niets nieuws. De mens probeert hier al eeuwenlang oplossingen voor te vinden. Uit opgravingen bleek dat de oude Egyptenaren al instrumenten hadden om cataractlenzen te verwijderen of ze te verplaatsen. Wellicht was ook de ‘handoplegging’ van de blinde door Jezus van Nazareth eigenlijk een soort van cataractoperatie.

Lensverplaatsing

Alleen konden ze vroeger niet veel meer doen dan de vertroebeling uit het gezichtsveld te halen en ondervonden patiënten na zo’n lensverplaatsing meestal heel wat complicaties. Zo staat bijvoorbeeld beschreven hoe de rondtrekkende chirurg John Tailor in 1750 zo’n lensverplaatsing uitvoerde bij de bekende componist Johann Sebastian Bach. Deze werd nadien helemaal blind en stief slechts vier maanden na de ingreep.

Cataractlens verwijderen

De lensverplaatsing was lang de standaardbehandeling en bleef dit tot halverwege de achttiende eeuw. Een Franse arts voerde toen voor het eerst een echte verwijdering van een cataractlens uit. In de negentiende en twintigste eeuw verfijnde de techniek steeds verder. Dat kon omdat artsen steeds meer te weten kwamen over hoe je besmettingen kan vermijden en hoe cocaïne als lokaal verdovingsmiddel kan dienen. Dat het gebruik van de operatiemicroscoop ingang vond in de medische wereld was ook een stap vooruit.

Vervanglens

Een nieuwe revolutie kwam er in 1948, toen een Londense oogarts de cataractlens niet alleen wegnam, maar ook verving. Voorheen bleef je als patiënt zonder lens en dat zorgde voor sterke verziendheid die alleen hele zware brillen of, vanaf het einde van de negentiende eeuw, harde contactlenzen konden verhelpen.

Huidige techniek

Het was dan nog wachten tot 1967 op de echte revolutie. Toen paste een Londense arts voor het eerst phaco-emulsificatie toe, de techniek die we ook vandaag nog gebruiken. Het komt erop neer dat de arts niet de volledige lens in één keer verwijdert, maar in stukjes. Het voordeel van deze techniek is dat chirurg maar een heel klein sneetje hoeft te maken om de lens te verwijderen. Voordien was er een grote snede nodig om de lens in haar geheel te verwijderen. Die snede moest gehecht worden en de patiënt hield er vaak een vervormd zicht aan over.

Plooibare kunstlens

De nieuwe techniek brak wel pas in de jaren 90 door. De chirurg vervangt de cataractlens namelijk door een kunstlens en pas dan kwam er een plooibare kunstlens ter beschikking die ook door zo’n klein gaatje past. Vandaag passen we deze techniek toe bij 99% van de cataractoperaties. De hele ingreep gebeurt via een minuscuul sneetje van nog geen 3 mm groot.

Steeds eenvoudiger

Door alle evoluties wordt zo’n cataractingreep voor de patiënt steeds eenvoudiger. We kunnen het oogoppervlak verdoven met een druppel, dus enkel voor de ingewikkeldere cataractoperaties komt er nog een anesthesist bij kijken. Als patiënt kan je de operatiezaal gewoon binnenwandelen, kan je je kleren aanhouden en hoef je niet aan een infuus. De meeste medicatie, ook bloedverdunners, mag je gewoon doornemen en je hoeft niet nuchter te zijn. De hele operatie kost maar een 10 à 15-tal minuutjes meer.

Toegenomen veiligheid

Deze operaties gebeuren in ons ziekenhuis dan ook in een speciale operatiezaal op de polikliniek. Je hoeft er niet voor naar het operatiekwartier. Voor en na de ingreep neem je gewoon plaats in de wachtzaal en niemand hoeft je te ontslaan uit het ziekenhuis. Je kan nadien gewoon weer naar huis. De veiligheid en het comfort van zo’n ingreep zijn dus zowel voor de arts als voor de patiënt sterk toegenomen.

Zicht corrigeren

Ook de resultaten van de operatie zijn erop vooruitgegaan. Vroeger waren patiënten na de verwijdering van hun troebele lens al blij dat ze weer beter zagen. Niemand stelde zich er vragen bij dat je nadien wel nog een bril moest dragen. Nu bestaan er ook multifocale inplantlenzen en kunstlenzen die naast bijziendheid of verziendheid ook vervormd zicht corrigeren. In combinatie met de verbeterde meet- en operatietechnologie, kunnen we dankzij de multifocale lenzen zowel een bril voor ver als een leesbril bij steeds meer patiënten vermijden.

Brilonafhankelijkheid

We plaatsen dit soort kunstlenzen trouwens ook steeds vaker bij mensen zonder cataract. Het nadeel ervan is de meerprijs en ’s nachts zie je hiermee soms ook een hinderlijke uitstralende lichtkrans rondom lichten. Niettemin kunnen steeds meer patiënten die verder gezonde ogen hebben dankzij de steeds verder geëvolueerde meettechnieken en laser- en lenstechnologie ‘brilonafhankelijk’ verwachten na een cataractoperatie.