Ons kinderobesitasteam begeleidt kinderen met een maatje meer
Over heel Europa stijgen de cijfers van obesitas bij kinderen. In ons kinderobesitasteam verzamelden we verschillende medische specialisten en andere deskundigen om die evolutie een halt toe te roepen. We leggen uit waarom dat zo belangrijk is en hoe zij te werk gaan.
Stijging obesitas bij kinderen
Ongeveer 1 op de 5 Europese kinderen en adolescenten hebben overgewicht. Daarvan lijdt 1 op de 3 aan zwaarlijvigheid (obesitas). Voor België zien we dezelfde trend: 20% van de Belgische jeugd tussen de 2 en 17 jaar heeft overgewicht en 7% is zwaarlijvig. De laatste jaren komen overgewicht en obesitas al op jongere leeftijd voor en ook de Body Mass Index ligt al meteen hoger.
Een jaar na de start van de COVID-19-lockdown merken we dat het overgewicht bij kinderen die zich bij ons aandienen al verder gevorderd is vooraleer ze naar ons toekomen voor hulp en begeleiding. Het tij keren is belangrijk, want er zijn voldoende aanwijzingen dat de kans groter is dat zwaarlijvige kinderen als volwassene vroegtijdig zullen overlijden of invaliditeit ontwikkelen. Als je als kind al last hebt van overgewicht of obesitas, loop je een groter risico om ook als volwassene zwaarlijvig te blijven. Dat verhoogt meteen ook je risico om er al op jongere leeftijd andere aandoeningen bovenop te krijgen, waardoor je levensverwachting lager ligt.
Weinig beweging en calorierijk eten
Er zijn verschillende elementen die een rol spelen in de ontwikkeling van overgewicht. We moeten de reden voor de recente toename alvast niet gaan zoeken in ons erfelijk materiaal, want het DNA van de mens bleef de afgelopen tienduizend jaren zo goed als identiek. De belangrijkste oorzaken zijn veranderingen in de omgeving en in ons gedrag, zoals stress, slaapgewoonten of psychosociale invloeden, die de energiebalans verstoren. We spreken van een obesogene omgeving: een omgeving die tegelijk aanzet tot weinig bewegen, onder meer door veel schermgebruik, en tot calorierijke voeding eten waarin weinig gezonde voedingstoffen zitten.
Soms een medische oorzaak
Ook wat je als moeder voor en tijdens de zwangerschap at en of je zwangerschapsdiabetes had, speelt een belangrijke rol in de mogelijke ontwikkeling van obesitas bij je kind. Het geboortegewicht of de hoeveelheid lichaamsvet op een bepaalde leeftijd kunnen ook aanwijzingen zijn dat een kind een groter risico loopt om last te krijgen van overgewicht. Bij een kleine minderheid van de obesitasgevallen is een onderliggende medische aandoening de oorzaak, zoals een stofwisselingsprobleem of een stoornis in de regeling van de eetlust. Dan spreken we van een secundaire vorm van obesitas.
Hoe berekenen we overgewicht?
Nagaan of er sprake is van obesitas gebeurt door de Body Mass Index (BMI) te berekenen: de verhouding tussen je gewicht (kg) en je lengte (m) in het kwadraat. Bij volwassenen (vanaf 18 jaar) beschouwen we een BMI van 25 of meer als ‘overgewicht’. Vanaf 30 spreken we over zwaarlijvigheid of obesitas. Omdat kinderen in volle groei zijn en hun gewicht continu evolueert, gebruiken we voor hen een aparte tool: de BMI-curve. Om een beter idee te krijgen van de mate waarin een kind last heeft van overgewicht en het risico op problemen op langere termijn houden we ook rekening met de etnische afkomst, de lichaamsbouw, de puberteit en de vetverdeling.
Lagere levenskwaliteit
Heb je als kind of tiener obesitas, dan ligt je risico op een lage levenskwaliteit vijf keer hoger. Op jonge leeftijd zal je kind zich eerst en vooral ongemakkelijk voelen bij vergelijking met andere kinderen en vaak zal de obesitas tot sociale discriminatie en pestgedrag leiden. Bij overgewicht word je door de maatschappij ook nog steeds ‘scheef bekeken’. Zowel je kind als jijzelf als ouder krijgen de boodschap dat het jullie eigen schuld is, dat je maar minder moet eten en snoepen.
Zo krijg je naarmate je ouder wordt dikwijls een laag zelfbeeld met weinig zelfvertrouwen. Je hebt moeite om je plaats te vinden binnen de maatschappij en krijgt steeds meer last van ongemakken. Orthopedische problemen ontstaan en je fysieke fitheid gaat achteruit. Dat heeft allemaal zijn weerslag op je mentaal welzijn. Een van onze grote bekommernissen is dus het verhoogd risico dat je als zwaarlijvig kind uitgroeit tot een obese volwassene.
Kiezen voor een gezonde levensstijl
Wat we met onze aanpak binnen het kinderobesitasteam vooral willen bereiken? We willen liefst tot een aanhoudend dalend gewicht komen of toch tenminste tot een gewicht dat niet verder stijgt. We willen elk kind en elke jongere die bij ons in behandeling komen, laten uitgroeien tot een volwassene die voor een gezonde levensstijl kiest. Hoe? Door hen te begeleiden naar een regelmatiger en gezonder eetpatroon in combinatie met meer lichaamsbeweging en daarbij de nodige ondersteuning en opvolging te bieden.
Ons team
Wie maakt er allemaal deel uit van ons kinderobesitasteam? De kinderarts, de kinderrevalidatiearts, de diëtist, de kinesist, de ergotherapeut, de psycholoog en de sociaal medewerker.
De kinderarts
De eerste arts die je op consulatie zal zien is een kinderendocrinoloog, een specialist in de stofwisseling. Tijdens een eerste consultatie gaat deze in een vraaggesprek de persoonlijke en familiale situatie van je kind na, met de nodige aandacht voor de medische voorgeschiedenis. Daarop volgt een uitgebreid lichamelijk onderzoek. We stellen wellicht een korte opname van een viertal dagen in het ziekenhuis voor. Op die manier willen we op zo kort mogelijke tijd de oorzaken en gevolgen van het overgewicht inschatten en nagaan of er een onderliggende medische oorzaak is of eventueel nog andere medische problemen. We doen heel wat medische tests en onderzoeken en kijken daarnaast ook in detail naar alle andere zaken die belangrijk zijn voor een gezond leven. We schakelen hiervoor natuurlijk de verschillende leden van het kinderobesitasteam in, onder meer het kinderrevalidatieteam, waarin de kinderrevalidatiearts, de kinesisten en de ergotherapeuten de belangrijkste rol spelen.
De kinderrevalidatiearts
Waar andere medische specialismen vooral gericht zijn op de behandeling van ziekten of aandoeningen, wil de revalidatiearts die aandoeningen vooral wegwerken of verminderen en liefst ook de gevolgen ervan voorkomen. Het gaat dan niet alleen om de functies van het lichaam, zoals spierkracht, maar ook om de gevolgen die een aandoening heeft op activiteiten, zoals stappen en zelfverzorging of sporten en hobby’s beoefenen. We willen handicaps voorkomen of zo beperkt mogelijk houden, zodat je kind met obesitas toch zo goed mogelijk kan meedraaien in de maatschappij.
De kinderrevalidatiearts gaat na of en welke lichamelijke problemen of belemmeringen er zijn en schrijft waar nodig therapie voor, zoals steunzolen of lichaamshoudingstraining. Deze volgt de revalidatiebehandelingen ook op en controleert het effect ervan.
De kinesitherapeut
De bedoeling van obesitasrevalidatie is je kind helpen om op een goede manier te bewegen. Samen met de revalidatiearts en de ergotherapeut gaat onze kinesitherapeut op zoek naar manieren om je kind te activeren en een andere levenshouding bij te brengen. We doen de 6 minuten-wandeltest om een idee te krijgen van de fysieke conditie van je kind. Naast het uithoudingsvermogen, kunnen we daarmee ook eventuele gangstoornissen nagaan. De kinesitherapeut begeleidt mogelijk bewegingsactiviteiten of helpt indien nodig zoeken naar een kinesist buiten het ziekenhuis voor verdere opvolging na opname.
De ergotherapeut
Onze ergotherapeut zal je kind vooral aanmoedigen om thuis ook fysiek actiever te worden en helpen zoeken naar sportieve en actieve vrijetijdsbestedingsmogelijkheden in de buurt. Daarnaast wil deze ook de sociale vaardigheden en het zelfwaardegevoel van je kind verhogen. Zowel met het kind zelf als met de ouders heeft de ergotherapeut een gesprek. We willen te weten komen hoe de vrijetijdsbesteding van je kind eruitziet, zowel op sportief gebied als naar gewone dagelijkse activiteiten toe, zoals jeugdbeweging of gamen. Gaat het enkel om zittende bezigheden? Dan zoeken we mee naar (sport-)verenigingen in de buurt die meer beweging vragen. Bij de ouders polsen we naar hun verwachtingen en vragen we nog wat verder door naar de situatie van het kind.
Waarover willen we meer weten?
De woonomgeving:
- Woont het kind in een huis of appartement?
- Is er thuis een trap of tuin?
- Gaat het kind met de fiets naar school?
De sociale situatie:
- Zijn er broers of zussen?
- Heeft het kind vriendjes?
- Zijn de ouders nog bij elkaar?
Mogelijkheden:
- Is het mogelijk om zelf de fiets of de bus te nemen om naar een sportactiviteit te gaan?
- Welke bewegingsmogelijkheden of -vaardigheden heeft het kind?
Inzicht:
- Hoe belangrijk denken het kind of de ouders zelf dat lichaamsbeweging is?
- Hoe zwaar en op welke manier(en) drukt het overgewicht op het kind?
De ergotherapeut gaat ook na hoe gemotiveerd jullie zijn.
Tot slot zoeken we naar een activiteit die aansluit bij de interesses van je kind om te tonen dat bewegen of sporten ook leuk kan zijn.
De diëtist
Ook gesprekken tussen onze diëtist, je kind en jullie gezin staan op het programma. Onze diëtist zal naar jullie eetgewoontes en mate van beweging vragen. Op basis van het gesprek zal deze een aangepast voedingsschema samenstellen met aandacht voor gezonde voeding met een correct caloriegehalte. Jullie mogen op heel wat informatie over gezonde voeding en bereidingswijzen rekenen. Samen met jullie zoekt onze diëtist naar kleine, haalbare aanpassingen in jullie voedingsgewoonten die een gezondere levensstijl bevorderen. Je kind krijgt een eetdagboek mee en na de ziekenhuisopname keren jullie regelmatig terug om dat te bespreken, de gewichtsevolutie te controleren en waar nodig nieuwe actiepunten op te stellen.
Voor kinderen ouder dan 6 die aan bepaalde voorwaarden voorzien is er gedurende twee jaar terugbetaling voorzien voor deze verdere opvolging.
De psycholoog en de sociaal medewerker
Overgewicht kan zoals gezegd een zware mentale last op je schouders drukken. Onze klinisch psycholoog en sociaal medewerker begeleiden jullie op dat gebied en kunnen extra houvast geven om de nodige aanpassingen in jullie leven te maken. Ze bekijken ook of er bepaalde psychologische of sociale factoren zijn die obesitas in de hand werken.
Samen overleggen
Elke week komen onze kinderobesitasteamleden samen om hun bevindingen samen te leggen en te bespreken. Door zo nauw samen te werken komen we voor elk patiëntje tot een gepaste aanpak op kindermaat.