Back to top

Magie in de pediatrie doet pijn en angst verdwijnen

12 oktober 2022

Diverse wetenschappelijke studies tonen aan dat kinderen tijdens een medische procedure baat hebben bij een kindvriendelijke aanpak gericht op verbinding en vertrouwen. Daarom ging onze dienst Kindergeneeskunde op zoek naar manieren om het kinderen zo comfortabel mogelijk te maken. Dat doen ze onder andere met de PROSA-aanpak.

Respect, verbinding en vertrouwen

Sommige mensen zijn van mening dat kinderen 'door de pijn moeten gaan',  daar 'sterk van worden'. Niets is minder waar. In de basisopleidingen voor zorgprofessionals is hier echter weinig aandacht voor. Hulpverleners zijn geneigd de pijn die medische procedures veroorzaken te onderschatten en te minimaliseren.

Onze kinderartsen, pediatrisch verpleegkundigen en pedagogisch medewerkers verdiepten zich de afgelopen jaren in de PROSA-aanpak. PROSA staat voor PROcedurele Sedatie en Analgesie, maar ook - en vooral – voor een verhaal van respect, verbinding en vertrouwen. Het behoud van vertrouwen bij het kind staat hierbij centraal. Alles start bij het 7P-model van de PROSA-grondlegger, kinderintensivist dr. Piet Leroy. Dit model omvat zeven strategieën om procedurele comfortzorg te kunnen leveren.

De 7 strategieën van PROSA

Wanneer een medische procedure zou moeten uitgevoerd worden bij een kind, wordt er gekeken met welk kind men te maken heeft en welke methode de hoogste mate van comfort zou bieden (Wat betekent de Procedure voor dit kind?). Vervolgens wordt nagegaan of de medische procedure kan vermeden worden of dat er minder pijnlijke alternatieven bestaan (Preventie). Daarnaast bestaat er een strategie om vertrouwen en verbinding te creëren bij het angstige kind, de belangrijkste stap voor elke andere interventie (Psychologie en cognitie). Verder proberen de zorgverleners om de pijn,  gerelateerd aan de procedure, maximaal te onderdrukken (Pijnmanagement) en wordt er gezorgd voor een prikkelarme en rustige omgeving, een goede positie van het kind en het one-voice-principe waarbij 1 medewerker het kind afleidt en de andere zorgverlener de procedure uitvoert op tempo van het kind (Proces en omgeving). Soms wordt overwogen om een lichte sedatie toe te passen om zo de angst voor de procedure te verlagen ( Procedurele sedatie).Tot slot is het belangrijk dat het kind na de behandeling een positieve herinnering overhoudt. Hiervoor gebruikt ons team bijvoorbeeld het bellenblaastoestel of een diploma, maar ook het positief bevestigen maakt dat een kind lachend buitengaat en minder angst zal ontwikkelen voor een volgend keer….(Postprocedure zorg).

De kracht van het woord

Naast een doordachte handeling, is de verbale communicatie naar het kind toe van even groot belang. Ons team op de dienst kindergeneeskunde vermijdt daarom het nocebo-effect van woorden zoveel mogelijk. Nocebo creëert door een bepaald woordgebruik immers een negatief verwachtingseffect. Zo zeggen we liever niet ‘Niet bewegen!’ maar wel ‘Lig nu maar eens zo stil als een standbeeld’. We willen een kind niet zeggen wat het niet mag doen, maar wel wat het kan of mag doen. Door negatieve woorden zoveel mogelijk te vermijden en na te denken over onze woordkeuze, zorgen we er ook voor dat angst, stress en pijn bij het kind verminderen.

Toveren tijdens procedures

Het is belangrijk om bij elk kind en bij elke procedure af te toetsen wat zou kunnen werken en helpen om angst en pijn te verminderen. Soms kan het helpen om kinderen op voorhand al te laten kennismaken met de omgeving. We laten kinderen zoveel mogelijk rechtzitten tijdens een procedure. Zo behoudt het zelf meer controle en zal het minder angst ervaren dan wanneer het wordt verplicht tot een liggende positie. Ook kunnen ouders bij de procedure aanwezig blijven. De zorgverleners laten jonge kinderen dan op de schoot van een ouder zitten.

Daarnaast kan een aangename, prikkelarme, kindvriendelijke omgeving een groot verschil maken. Sfeer scheppen kan bijvoorbeeld door een projector te gebruiken en rustgevende muziek af te spelen. We evalueren altijd welke afleiding mogelijk is, afhankelijk van de procedure en afhankelijk van de leeftijd en aard van het kind. Zo kan een tv-scherm ingezet worden of kiezen we iets uit de speelgoeddoos. Wat grotere kinderen kunnen dan weer hun aandacht focussen op de zoekkaarten of prentkaarten en ook de VR-bril is inzetbaar als hulpmiddel.

 

Als de bovenstaande strategieën niet voldoende blijken, zijn er verschillende tools ter beschikking die in functie van de leeftijd en afhankelijk van het type procedure inzetbaar zijn. Zo zijn er bijvoorbeeld sucrose, ‘toverzalf’, de Buzzy Bee, een klein toestelletje dat fijne trillingen veroorzaakt, of verdovende zalf. Ook hulpmiddelen als lachgas of andere medicatie die we via verstuiving in de neus toedienen, kunnen angst verminderen of  het kind in een natuurlijke slaap brengen.

In de praktijk

De afgelopen jaren zetten we sterk in op dit PROSA-beleid. Diverse kinderartsen, pediatrisch verpleegkundigen en pedagogische medewerkers van de kinderafdeling volgden de vijfdaagse cursus ‘Hypnotische communicatie in medische setting’, die ingaat op positieve communicatie en de basisbeginselen van medische hypnose. Lezingen en rondetafelgesprekken met grondlegger dr. Piet Leroy vormden de basis voor de verdere uitrol van ons eigen PROSA-beleid. Sommige kinderartsen, pediatrisch verpleegkundigen, pedagogisch medewerkers van de kinderafdeling en zelfs een kinderanesthesist en een anesthesieverpleegkundige volgden een 3- daagse basiscursus over PROSA in de praktijk onder leiding van dr. Piet Leroy. Geregeld organiseren we interne opleidingsmomenten voor ons team en in de wekelijkse PROSA-raadplegingen maken we extra tijd en personeel vrij om deze mooie zorg aan onze patiëntjes te kunnen bieden.

Deze kindvriendelijke aanpak vergt een combinatie van verschillende strategieën en niet 1 strategie op zich. Kinderen op hun gemak stellen en hun vertrouwen winnen blijkt even belangrijk als de medische verrichting zelf. Er bestaat dus geen pasklare toverformule, maar er zijn veel ingrediënten om tot magische zorg te komen.