Back to top

Campus Sint-Jan brengt de preventie van baarmoederhalskanker voor het eerst ook extra onder de aandacht tijdens de Europese week van de baarmoederhalskankerpreventie, van 25 tot 29 januari. Bij de infostand in de inkomhal kunnen patiënten en bezoekers terecht met alle vragen daarover en krijgen ze de kans om het verloop van de ziekte eens door de ogen van de dokter te zien.

Baarmoederhalskanker

De Europese week van de baarmoederhalskankerpreventie benadrukt de noodzaak voor vrouwen tussen 25 en 64 jaar oud om regelmatig een baarmoederhalsuitstrijkje te laten nemen. In België geldt de regel dat elke vrouw binnen die leeftijdscategorie dat om de drie jaar zou moeten laten doen. Aan de infostand zijn filmpjes te zien en infobrochures te vinden die uitleggen waarom preventie zo belangrijk is. Je kan er ook zelf in de microscoop kijken naar een baarmoederhalsuitstrijkje om de cellen van de baarmoederhalsopening eens te zien zoals de dokter die bekijkt.

Die cellen kunnen er bij een uitstrijkje normaal of ontstoken uitzien. Het HPV-virus, ofwel humaan papillomavirus, is de grote boosdoener. Dit virus is seksueel overdraagbaar en veroorzaakt nagenoeg alle gevallen van baarmoederhalskanker. Het kruipt in de cellen die zich ter hoogte van de overgang van de baarmoederhalsopening bevinden en maakt de kernen in deze cellen groter. Een ontsteking of afwijking (dysplasie) kan van een lage of een hoge graad zijn, afhankelijk van de grootte van de celkern en het aantal aangetaste cellagen. De hoogste graad is nog geen baarmoederhalskanker, maar mogelijk wel een voorstadium ervan.

Trage ontwikkeling

Baarmoederhalskanker ontwikkelt zich langzaam, over 7 à 10 jaar, en er zijn verschillende voorstadia (laaggradige en hooggradige dysplasie) vooraleer er zich mogelijk een kanker ontwikkelt. Die voorstadia kan je opsporen met een eenvoudig onderzoek, een baarmoederhalsuitstrijkje of een HPV-test. Voorlopig wordt de aanwezigheid van het HPV-virus niet standaard getest bij de algemene bevolking in België. Er zijn enkele hoogrisicotypes van HPV die we kunnen linken aan het ontstaan van baarmoederhalskanker, bijvoorbeeld type 16 en 18. Onder andere op die soorten gaan dokters voornamelijk testen.

"Indien je drager bent van zo'n hoogrisico HPV-type betekent dat zeker niet dat je baarmoederhalskanker zal krijgen," zegt dr. Philippe Van Trappen, gynaecoloog gespecialiseerd in de gynaecologische oncologie bij het AZ Sint-Jan Brugge-Oostende AV. "Slechts vijf tot tien procent van de vrouwen die positief testen voor een van deze hoogrisicotypes kan mogelijk een voorstadium van baarmoederhalskanker ontwikkelen (een zogenaamd 'carcinoma in situ': kwaadaardige cellen die nog net niet zijn doorgedrongen in het omliggende weefsel). Omdat dit wel nauwkeurig moet opgevolgd worden, vragen we die vrouwen om elke zes maanden een uitstrijkje te laten nemen. Voor vrouwen die geen drager zijn van een hoogrisicotype ligt dat anders. Als je een vaste seksuele partner hebt, zou je eigenlijk maar om de vijf jaar een HPV-test moeten laten doen."

Vaccineren op elke leeftijd

Er bestaat ook vaccinatie tegen het HPV-virus. Bij de meeste jonge meisjes gebeurt dat via de school. Zij krijgen drie injecties in zes maanden tijd. Maar vaccinatie kan ook later nog. Tijdens de preventieweek willen we vrouwen uit andere leeftijdscategorieën ook overtuigen van het nut om zich te laten vaccineren. Vooral voor vrouwen die de injecties nog niet kregen en die een nieuwe partner hebben, is het nut van vaccinatie nog zeer groot.

De vaccinaties en preventiecampagnes van de voorgaande jaren hebben al hun vruchten afgeworpen. Baarmoederhalskanker is eigenlijk een vrij zeldzame ziekte geworden in ontwikkelde landen zoals België. Jaarlijks zijn er in ons land ongeveer 670 vrouwen met een nieuwe diagnose. Het aantal vrouwen die als gevolg daarvan uiteindelijk de baarmoeder en de klieren moeten laten verwijderen (die ingreep heet 'radicale hysterectomie'), zijn in het AZ Sint-Jan Brugge-Oostende AV in goede handen. In tegenstelling tot in vele andere centra gebeuren deze operaties er met behulp van robotchirurgie in plaats van een openbuikoperatie. De operatie duurt amper tweeënhalf uur en na twee dagen kan de patiënt alweer naar huis. Campus Sint-Jan groeide intussen zelfs uit tot een van de Europese referentiecentra  voor robotchirurgie binnen de gynaecologie en de gynaecologische oncologie.

Praktisch

Iedereen is tussen maandag 25 januari en vrijdag 29 januari welkom op de infostand in de inkomhal van campus Sint-Jan in Brugge.