Tijdens de Europese week van de baarmoederhalskankerpreventie, van 22 tot 28 januari, vind je aan de infostand op de polikliniek gynaecologie van campus Sint-Jan meer informatie over baarmoederhalskanker en hoe je dit kan voorkomen.
De Europese week van de baarmoederhalskankerpreventie benadrukt de noodzaak voor vrouwen tussen 25 en 64 jaar oud om regelmatig een baarmoederhalsuitstrijkje te laten nemen. In België geldt de regel dat elke vrouw binnen die leeftijdscategorie dat om de drie jaar zou moeten laten doen.
Bij een uitstrijkje kunnen de cellen van de baarmoederhals er normaal of ontstoken uitzien. Is er sprake van ontsteking? Dan is het HPV-virus, ofwel humaan papillomavirus, de grote boosdoener. Dit virus is seksueel overdraagbaar en veroorzaakt nagenoeg alle gevallen van baarmoederhalskanker. Het kruipt in de cellen die zich ter hoogte van de overgang van de baarmoederhalsopening bevinden en maakt de kernen in deze cellen groter. Een ontsteking of afwijking (dysplasie) kan van een lage of een hoge graad zijn, afhankelijk van de grootte van de celkern en het aantal aangetaste cellagen. De hoogste graad is nog geen baarmoederhalskanker, maar mogelijk wel een voorstadium ervan.
Trage ontwikkeling
Baarmoederhalskanker ontwikkelt zich langzaam, over 7 à 10 jaar, en er zijn verschillende voorstadia (laaggradige en hooggradige dysplasie) vooraleer er zich mogelijk een kanker ontwikkelt. Die voorstadia kan je opsporen met een eenvoudig onderzoek, een baarmoederhalsuitstrijkje of een HPV-test. Voorlopig wordt de aanwezigheid van het HPV-virus niet standaard getest bij de algemene bevolking in België. Er zijn enkele hoogrisicotypes van HPV die we kunnen linken aan het ontstaan van baarmoederhalskanker, bijvoorbeeld type 16 en 18. Onder andere op die soorten gaan dokters voornamelijk testen.
"Indien je drager bent van zo'n hoogrisico HPV-type betekent dat zeker niet dat je baarmoederhalskanker zal krijgen," zegt dr. Philippe Van Trappen, gynaecoloog gespecialiseerd in de gynaecologische oncologie bij het AZ Sint-Jan Brugge-Oostende AV. "Slechts vijf tot tien procent van de vrouwen die positief testen voor een van deze hoogrisicotypes kan mogelijk een voorstadium van baarmoederhalskanker ontwikkelen (een zogenaamd 'carcinoma in situ': kwaadaardige cellen die nog net niet zijn doorgedrongen in het omliggende weefsel). Omdat dit wel nauwkeurig moet opgevolgd worden, vragen we die vrouwen om elke zes maanden een uitstrijkje te laten nemen. Voor vrouwen die geen drager zijn van een hoogrisicotype ligt dat anders. Als je een vaste seksuele partner hebt, zou je eigenlijk maar om de vijf jaar een HPV-test moeten laten doen."
Vaccineren op elke leeftijd
Er bestaat ook vaccinatie tegen het HPV-virus. Bij de meeste jonge meisjes gebeurt dat via de school. Zij krijgen drie injecties in zes maanden tijd. Maar vaccinatie kan ook later nog. Tijdens de preventieweek willen we vrouwen uit andere leeftijdscategorieën ook overtuigen van het nut om zich te laten vaccineren. Vooral voor vrouwen die de injecties nog niet kregen en die een nieuwe partner hebben, is het nut van vaccinatie nog zeer groot.
De vaccinaties en preventiecampagnes van de voorgaande jaren hebben al hun vruchten afgeworpen. Baarmoederhalskanker is eigenlijk een vrij zeldzame ziekte geworden in ontwikkelde landen zoals België. Jaarlijks zijn er in ons land ongeveer 670 vrouwen met een nieuwe diagnose. Het aantal vrouwen die als gevolg daarvan uiteindelijk de baarmoeder en de klieren moeten laten verwijderen (die ingreep heet 'radicale hysterectomie'), zijn in het AZ Sint-Jan Brugge-Oostende AV in goede handen. In tegenstelling tot in vele andere centra gebeuren deze operaties er met behulp van robotchirurgie in plaats van een openbuikoperatie. De operatie duurt amper tweeënhalf uur en na twee dagen kan de patiënt alweer naar huis. Campus Sint-Jan groeide intussen zelfs uit tot een van de Europese referentiecentra voor robotchirurgie binnen de gynaecologie en de gynaecologische oncologie.