Lichaamsmateriaal voorkeur |
EDTA-Plasma |
Lichaamsmateriaal toegelaten |
lumbaalvocht, BAL, serum, amnionvocht, klierweefsel |
Recipient voorkeur |
in functie van de kliniek |
Mininum vereiste volume |
600 µL |
Analysevolume |
550 µL |
Speciale afname condities |
Opgelet: bijaanvragen op bloed zijn enkel en alleen toegelaten indien er serum in de serotheek zit (correcte pre-analytische fase ondergaan), en niet op potentieel gecontamineerd EDTA-plasma. |
Bewaarcondities en voorbehandeling |
24 uur bij kamertemperatuur, bijkomend 24 uur bij 2-8°C , langer bij < -18°C, geen voorbehandeling noodzakelijk |
Acceptatiecriteria staalontvangst |
Correct en onbeschadigd recipiënt met duidelijke identificatiegegevens. |
Acceptatiecriteria bijaanvraag |
Indien het monster een correcte pre-analytische fase doorliep en veilig bewaard zit (zie bewaarcondities), is dit toegelaten. |
Transport voorwaarden |
Transport binnen de 24 uur na afname bij 2-30°C, indien het transport langer duurt het monster bewaren bij 2-8°C of bij < -18°C, geen voorbehandeling noodzakelijk |
Analyse frequentie |
Dagelijks op "edele" monsters (CSV, amnionvocht); 2x/week (op dinsdag en vrijdag voor routine diagnostiek) |
Antwoordtijd |
24 uur tot 5 dagen |
24/24uur |
Neen |
Antwoordtijd indien dringend |
8 uur |
Verantwoordelijk klinisch bioloog |
dr. Marijke Reynders |
Uitvoerende laboratoriumdienst/afdeling |
Dienst Laboratoriumgeneeskunde; Operationele Eenheid Moleculaire Biologie; Werkpost Moleculaire Biologie - Microbiologie |
Techniek/methode |
Home-made Real-Time PCR voor de kwalitatieve en kwantitatieve bepaling van HHV6 (HHV6-A & HHV-B) DNA |
Mogelijke interferenties |
Geen kruisreactie werd vastgesteld op basis van de BLAST analyse, noch tijdens amplificatie in de aanwezigheid van verschillende andere micro-organismen (EBV, VZV, HSV, adenovirus, polyomavirus, enterovirus,..). De aanwezigheid van andere parameters hebben geen invloed op de amplificatie-efficiëntie van HSV. Deze amplificatiemethode wordt beschouwd als een methode met een hoge specificiteit. |
Toestel |
Viia 7 (life technologies)/ABI 7500 |
Eenheid of kwalitatief |
copies/mL (LOD=LOQ= 468 copies/mL) |
Referentie waarden |
zie interpretatie |
Interpretatie |
Humaan Herpes virus 6 is één van de twee virussen (samen met Humaan Herpes virus 7) die Roseola of exanthema subitum, ook wel gekend als de zesde kinderziekte, veroorzaakt. Hierdoor is 90% van de wereldbevolking reeds blootgesteld aan dit virus tegen volwassen leeftijd. HHV6 behoort tot de bètaherpesvirussen, en deze hebben de mogelijkheid om een groot aantal verschillende celtypes en weefsels te infecteren, en zo tot gegeneraliseerde infecties te leiden met multi-orgaanaantasting. Net zoals alle andere herpesvirussen blijft HHV6 latent aanwezig in zijn gastheer. Op momenten dat het immuunsysteem verzwakt, vb. post-HSCT, kan dit virus reactiveren. HHV6-B reactivatie komt 3 keer meer voor dan een HHV6-A reactivatie, en sommige patiënten kunnen zelfs een parallelle reactivatie hebben van beide types. HHV6-A vertoont een significant groter neurotropisme. Dit kan leiden tot complicaties zoals afstoting van het transplantaat of tot ernstige klinische symptomen als meningo-encefalitis, hepatitis, pneumonitis,... HHV6 kan uitzonderlijk ook een causale rol spelen in congenitale infecties, met tot op heden weinig literatuurdata voorhanden.
Bij een klein percentage van de Westerse bevolking (± 1%) is HHV6 chromosomaal geïntegreerd. HHV6 is het enige humaan herpesvirus dat deze eigenschap bezit. Het is steeds van belang om igv een sterk positieve PCR op een eerste klinisch monster, te trachten om CI-HHV6 te differentiëren van infectie en de titers op te volgen. |
Deelname EKE |
QCMD |
Accreditatie |
Nee |
Aanvraagformulier |
AFAZFAB00007 Infectieuze serologie, moleculaire microbiologie en antivirale middelen |
RIZIV nr |
/ |
B-waarde |
/ pseudonomenclatuur twv 50euro |
Versiedatum |
13/12/2022 |