Basic data
Activiteitencentrum | Sint-Jan |
Database | Moleculaire microbiologie |
Groep | Virale DNA/RNA detectie |
Code | 55003 |
Verzending | Nee |
Detail data
Lichaamsmateriaal voorkeur | Cerebrospinaal vocht, EDTA-Plasma, stoelgang, nasopharynxaspiraat |
Lichaamsmateriaal toegelaten | BAL, weefsel, amnionvocht |
Recipient voorkeur | Steriel recipient hermetisch afsluitbaar (igv CSV), EDTA-tube, potje/tube overige |
Recipient toegelaten | Nasopharyngeale wisser + keelwisser in UTM |
Mininum vereiste volume | 600 µL |
Analysevolume | 550 µL |
Speciale afname condities | Opgelet: bijaanvragen op bloed zijn enkel en alleen toegelaten indien er serum in de serotheek zit (correcte pre-analytische fase ondergaan), en niet op potentieel gecontamineerd EDTA-plasma. |
Bewaarcondities en voorbehandeling | 6 uur bij kamertemperatuur, 24 uur bij 2-8°C |
Acceptatiecriteria staalontvangst | Correct en onbeschadigd recipiënt met duidelijke identificatiegegevens. |
Acceptatiecriteria bijaanvraag | Indien het monster een correcte pre-analytische fase doorliep en veilig bewaard zit (zie bewaarcondities), is dit toegelaten. |
Transport voorwaarden | Transport bij kamertemperatuur binnen de 6 uur na afname; binnen de 24 uur na afname bij 2-8°C, indien langer, transport bij < -18°C |
Analyse frequentie | Dagelijks op "edele" monsters (CSV, plasma van neonaten); 2x/week (op dinsdag en vrijdag voor routine diagnostiek) |
Antwoordtijd | 12 uur tot 5 dagen |
24/24uur | Neen |
Antwoordtijd indien dringend | 6 uur |
Verantwoordelijk klinisch bioloog | dr. Marijke Reynders |
Uitvoerende laboratoriumdienst/afdeling | Dienst Laboratoriumgeneeskunde; Operationele Eenheid Moleculaire Biologie; Werkpost Moleculaire Biologie - Microbiologie |
Techniek/methode | Automatische extractie van viraal RNA op QiaSymphony. Real time monoplex reverse transcriptase PCR voor de detectie van het enteroviraal target-RNA. |
Toestel | Viia 7 (life technologies) |
Eenheid of kwalitatief | Kwalitatief |
Referentie waarden | Geen detectie van viraal RNA |
Interpretatie | Indien CSV positief: sterk vermoeden van infectie van het CZS met enterovirus (de PCR detecteert coxsackie-, polio-, echovirussen).Indien negatief en klinische symptomen van virale meningitis/meningo-encephalitis of encephalitis aanwezig: gelieve dan eveneens een nazicht te doen op andere virale en niet-virale pathogenen. Additioneel is het steeds aangewezen i.g.v. negatieve PCR en vermoeden virale meningitis, om in parallel toch een nasopharyngeaal aspiraat en/of stoelgang te sturen ter nazicht van etiologisch agens dat in de andere lichaamsvochten gedurende langere tijd detecteerbaar blijven zal. |
Deelname EKE | QCMD |
Accreditatie | Ja, ISO 15189:2012 (379-MED) |
Aanvraagformulier | AFAZFAB00007 Infectieuze serologie, moleculaire microbiologie en antivirale middelen & AFAZFAB00004 Laboratoriumtesten voor microbiologie |
Cumulregel | Op CSV (MENTK1) max. 1x/episode. Op biopt/pericardvocht/perifeer bloed bij vermoeden van peri-/myocarditis (MENTK2) max. 2x/episode. Op amnionvocht (MENTK3) max. 1x/episode. |
Diagnoseregel | 1. Neurologische symptomen van encephalitis, meningo-encephalitis, meningitis, myelitis (MENTK1) 2. Acute pericarditis en/of myocarditis (MENTK2) 3. Prenatale diagnose op amnionvocht van congenitale infectie MET duidelijke echografische diagnose of mors in utero (MENTK3) |
RIZIV nr | 556791-556802 |
B-waarde | B2000 |
Versiedatum | 5/06/2023 |