Back to top

Rift Valley Fever virus antistoffen

Basic data

Activiteitencentrum Sint-Jan
Database Infectieuze serologie
Groep Virale serologie
Code RFV
Verzending Ja

Detail data

Lichaamsmateriaal voorkeur serum
Recipient voorkeur serum gel tube
Mininum vereiste volume 1 mL
Analysevolume 100 µL
Bewaarcondities en voorbehandeling Koelkast
Acceptatiecriteria staalontvangst Gestold bloed of plasma wordt zo snel mogelijk, bij voorkeur binnen de 2 uur na afname, op kamertemperatuur naar het laboratorium gebracht.
Acceptatiecriteria bijaanvraag Indien het serum een correcte pre-analytische fase onderging, en sindsdien bewaard wordt in de serotheek, kan een bijaanvraag gebeuren tot 1w na afname. Indien de bijaanvraag later komt, is overleg met verantwoordelijke microbiologe aangewezen.
Transport voorwaarden Kamertemperatuur
Analyse frequentie verzending dagelijks
Antwoordtijd < 12 dagen (TAT onderaannemer 7 dagen)
24/24uur Neen
Verantwoordelijk klinisch bioloog dr. Marijke Reynders
Uitvoerende laboratoriumdienst/afdeling Unit Clinical Virology, Nb-1052, Erasmus MC Rotterdam

's Gravendijkwal 230, 3015 GE Rotterdam
Techniek/methode IFA
Interpretatie Rift Valley Fever is een acute virale ziekte. Het treft voornamelijk dieren (vee, buffels, schapen, geiten en kamelen), maar ook mensen. Het wordt vaak gezien na hevige regenval, voornamelijk in het Oosten van Afrika, maar ook in het Zuiden en op Madagaskar. De symptomen variëren. De infectie kan asymptomatisch verlopen of zich uiten in milde klachten, met griepachtige verschijnselen zoals koorts, spierpijn en hoofdpijn. Enkele patiënten hebben beeld van virale meningitis met nekstijfheid, verminderde eetlust, braken en lichtgevoeligheid. RVF kan echter tevens leiden tot hemorragische koorts en encefalitis. De meest voorkomende complicatie is een ontsteking van het netvlies, die in een klein deel van de gevallen kan leiden tot blindheid. De ziekteduur is 2 tot 7 dagen. Ongeveer 1% van de besmette populatie overlijdt aan de ziekte.
Rift Valley Fever (RVF) wordt overgebracht via muggenbeten, maar waarschijnlijk ook door beten van andere insecten. Verder kunnen mensen die blootgesteld zijn aan bloed of andere lichaamsproducten van dieren ook besmet worden, bijvoorbeeld dierenartsen en slagers. Het is ook mogelijk om besmet te worden door het drinken van ongepasteuriseerde of ongekookte melk. Een enkele keer vindt besmetting plaats via aerosols (druppeltjes water in de lucht).
Versiedatum 14/09/2021