Lichaamsmateriaal voorkeur |
serum |
Lichaamsmateriaal toegelaten |
lumbaal vocht |
Recipient voorkeur |
serum gel tube |
Recipient toegelaten |
steriele tube |
Mininum vereiste volume |
serum 250 µL, lumbaal vocht 500 µL |
Analysevolume |
serum 100 µL, lumbaal vocht 500 µL |
Bewaarcondities en voorbehandeling |
Koelkast |
Acceptatiecriteria staalontvangst |
Gestold bloed of plasma wordt zo snel mogelijk, bij voorkeur binnen de 2 uur na afname, op kamertemperatuur naar het laboratorium gebracht. |
Acceptatiecriteria bijaanvraag |
Indien het serum een correcte pre-analytische fase onderging, en sindsdien bewaard wordt in de serotheek, kan een bijaanvraag gebeuren tot 1w na afname. Indien de bijaanvraag later komt, is overleg met verantwoordelijke microbiologe aangewezen. |
Transport voorwaarden |
Kamertemperattuur |
Analyse frequentie |
1x/2w (tenzij medische urgentie) |
Antwoordtijd |
1 à 14 dagen |
24/24uur |
Neen |
Antwoordtijd indien dringend |
24u |
Verantwoordelijk klinisch bioloog |
dr. Marijke Reynders |
Uitvoerende laboratoriumdienst/afdeling |
Operationele Eenheid Infectieuze serologie |
Techniek/methode |
ELISA |
Mogelijke interferenties |
Ongeveer 95% van de personen vanaf het 3e levensjaar hebben HHV6-antistoffen gevormd. |
Toestel |
ELISA-plaat op DS2 |
Eenheid of kwalitatief |
AU/mL |
Referentie waarden |
<10,5: negatief; 10,5-12,5: borderline; >12,5: positief |
Interpretatie |
Humaan Herpes Virus-6 (HHV6) is een DNA virus, welke via speeksel, placenta, bloedtransfusie en/of orgaandonatie kan worden overgebracht. Een primaire HHV6 infectie ontstaat meestal bij kinderen van 6-18 maanden, beginnend met hoge koorts zonder andere lokale klachten. Als de koorts gezakt is ontstaat een fijn maculopapulair exantheem beginnend in het gezicht en op de romp (exanthema subitum) en zich hierna uitbreidend naar de armen en benen. Bij immuungecompromitteerden kan HHV-6 reactiveren en verschillende orgaanstelsels aantasten, bv een limbische encephalitis veroorzaken.
Diagnostiek naar HHV-6 bestaat uit serologie en PCR. IgM antistoffen ontstaan 4-7 dagen na infectie. Ook een 4-voudige titerstijging van HHV6 IgG kan een infectie aantonen. HHV-6 DNA kan tevens aantoonbaar zijn in de acute fase van een primo-infectie of bij een reactivatie in plasma of serum (of in andere lichaamsvochten). Serologie is vnl nuttig om een voorgaande infectie aan te tonen of om een intrathecale productie van specifieke HHV-IgG antistoffen aan het licht te brengen na recente lokale passage van het virus in het CZS van minstens 7 à 10 dagen voordien (positieve intrathecale index >1,46) . Deze intrathecale index gebeurt na analyse van gepaarde monsters, serum en CSV van zelfde dag. |
Aanvraagformulier |
AFAZFAB00007 Infectieuze serologie, moleculaire biologie en antibioticadosages |
RIZIV nr |
551655 - 551666 |
Zoektermen |
Humaan herpes virus 6 (HHV6) antistoffen |
Versiedatum |
3/04/2023 |