Back to top

HTLV-1/2 antistoffen

Basic data

Activiteitencentrum Sint-Jan
Database Infectieuze serologie
Groep Virale serologie
Code HTLVAS
Verzending Nee

Detail data

Lichaamsmateriaal voorkeur serum
Lichaamsmateriaal toegelaten plasma
Recipient voorkeur serum gel tube
Recipient toegelaten Li-heparine tube
Mininum vereiste volume 2,6 mL
Analysevolume 200 µL
Bewaarcondities en voorbehandeling Serum of plasma: centrifugatie volgens richtlijnen labo. Maximaal 3 dagen bewaren bij 15-30°C. Maximaal 14 dagen bewaren bij 2-8°C, daarna bij -20°C.
Acceptatiecriteria staalontvangst Gestold bloed wordt zo snel mogelijk, bij voorkeur binnen de 2 uur na afname, op kamertemperatuur naar het laboratorium gebracht.
Acceptatiecriteria bijaanvraag Indien het serum een correcte pre-analytische fase onderging, en sindsdien bewaard wordt in de serotheek, kan een bijaanvraag gebeuren tot 1w na afname. Indien de bijaanvraag later komt, is overleg met verantwoordelijke microbiologe aangewezen.
Transport voorwaarden Gestold bloed of plasma wordt zo snel mogelijk, bij voorkeur binnen de 2 uur na afname, op kamertemperatuur naar het laboratorium gebracht.
Analyse frequentie Dagelijks met uitzondering van weekend- en feestdagen.
Antwoordtijd 8 uur - 7 dagen
24/24uur Nee
Antwoordtijd indien dringend < 4 uur
Verantwoordelijk klinisch bioloog dr. Marijke Reynders
Uitvoerende laboratoriumdienst/afdeling Dienst Laboratoriumgeneeskunde; Operationele Eenheid Infectieuze Serologie
Techniek/methode Chemiluminescent Microparticle Immunoassay (CMIA)
Mogelijke interferenties Sterk hemolytische of lipemische monsters kunnen minder betrouwbare resultaten geven.
Toestel Architect (Abbott)
Eenheid of kwalitatief S/CO
Referentie waarden <1,00: Non-reactief

≥1,00: Reactief
NW Man Negatief (non-reactief)
NW Vrouw Negatief (non-reactief)
Interpretatie HTLV-1 en HTLV-2 zijn humane type C retrovirussen met een specifieke verspreiding over de wereld. HTLV-1 komt met name voor in Zuid-Japan, de Caraïben, delen van sub-Saharisch Afrika en in Centraal- en Zuid-Amerika. Daarnaast eveneens in Melanesië en Centraal- en Noord-Australië. HTLV-2 komt met name voor onder Amerikaanse indianenstammen en onder de pygmeëen in Afrika. In Europa is de seroprevalentie minder dan 1% voor HTLV-1 en HTLV-2, maar kan veel hoger zijn in bepaalde risicogroepen zoals intraveneus drugs gebruikers, sex workers en bezoekers van de SOA-kliniek.

HTLV-1 is geassocieerd met twee klinische beelden: adult T-cel leukemie (ATL) en HTLV-1 geassocieerde myelopathie/ tropische spastische paraparese (HAM/TSP). Meer recent zijn HTLV-1 geassocieerde polymyositis, arthritis en infectieve dermatitis beschreven. HTLV-2 is niet geassocieerd met maligniteiten en in zeldzame gevallen met een neurologisch beeld dat vergelijkbaar is met HAM/TSP.
Transmissie van zowel HTLV-1 en -2 gebeurt door middel van sexueel contact, blootstelling aan geïnfecteerde cellulaire bloedproducten via transfusie of IV druggebruik, of perinataal via borstvoeding.
Het aantonen van antistoffen tegen HTLV in serum is de eerste keus diagnostiek voor het aantonen van een HTLV infectie, en is cruciaal om de veiligheid van bloed- of weefselvoorziening te garanderen. Positieve sera worden door het laboratorium naar een referentielaboratorium gestuurd voor confirmatie.
Deelname EKE NRL
Aanvraagformulier AFAZFAB00007 Infectieuze serologie, moleculaire biologie en antibioticadosages
Cumulregel Max. 8 virale serologietesten/aanvraag
Diagnoseregel Kwantitatieve detectie van antistoffen tegen HTLV-1/2 in serum of plasma voor diagnostische doeleinden.
RIZIV nr 551655-551666
B-waarde 250
Versiedatum 14/09/2021