Basic data
Activiteitencentrum | Sint-Jan |
Database | Infectieuze serologie |
Groep | Virale serologie |
Code | HSVGLV |
Verzending | Nee |
Detail data
Lichaamsmateriaal voorkeur | CSV |
Recipient voorkeur | steriele tube |
Mininum vereiste volume | 250 µL |
Analysevolume | 100 µL |
Bewaarcondities en voorbehandeling | Lumbaal vocht: op kamertemperatuur, maximum 24 uur, daarna op -20°C. |
Acceptatiecriteria staalontvangst | Lumbaal vocht wordt zo snel mogelijk, bij voorkeur binnen de 2 uur na afname, op kamertemperatuur naar het laboratorium gebracht. |
Acceptatiecriteria bijaanvraag | Indien het lumbaal vocht een correcte pre-analytische fase onderging, en sindsdien bewaard wordt in de serotheek, kan een bijaanvraag gebeuren tot 1w na afname. Indien de bijaanvraag later komt, is overleg met verantwoordelijke microbiologe aangewezen. |
Transport voorwaarden | Lumbaal vocht wordt zo snel mogelijk, bij voorkeur binnen de 2 uur na afname, op kamertemperatuur naar het laboratorium gebracht. |
Analyse frequentie | 1 x per week |
Antwoordtijd | 8 uur - 7 dagen |
24/24uur | Nee |
Antwoordtijd indien dringend | < 24 uur |
Verantwoordelijk klinisch bioloog | dr. Marijke Reynders |
Uitvoerende laboratoriumdienst/afdeling | Dienst Laboratoriumgeneeskunde; Operationele Eenheid Infectieuze Serologie |
Techniek/methode | Immuno-enzymatische test (ELISA) bij onderzoek van gepaard serum en CSV in kader van recurrente (RALM of Mollaret's syndroom) of doorgemaakte meningo-encephalitis. Chemiluminescentie immunoassay (CLIA) voor screening van sera. |
Mogelijke interferenties | Lumbaal vocht waarin bloed aanwezig is, geeft minder betrouwbare resultaten. |
Toestel | ELISA op automaat DS2 |
Referentie waarden | Specifieke IgG bepaling in CSV niet informatief als waarde op zich, wel essentieel als parameter binnen intrathecale index (CSV/serum) van specifieke IgG antistoffen. Index <1,46: geen intrathecale productie van specifieke anti-HSV IgG antistoffen Index >1,46: resultaat suggestief voor specifieke intrathecale antistofproductie na passage van HSV in CZS. Steeds te toesten aan de status van de bloed-hersen-barrière. |
Interpretatie | Specifieke IgG bepaling in CSV niet informatief als waarde op zich, wel essentieel als parameter binnen intrathecale index (CSV/serum) van specifieke IgG antistoffen. Intrathecale indices zijn complementair aan moleculaire testen op CSV. In de vroege fase van CZS infectie zal de pathogeen vanaf 24h à 72h post-onset van symptomen detecteerbaar zijn gedurende een aantal dagen (afhankelijk van het causaal agens, het klinisch verloop en al dan niet opstarten van antimicrobiële therapie). Serologie in CSV wordt nuttig vanaf 7 à 10d na start van symptomen, en kan gebruikt worden voor (retrospectieve) diagnostiek van CZS-infectie in de subacute of convalescente fase van infectie. Ook bij recurrente atypische lymfocytaire meningitis (RALM) of recidiverende infecties, waar de PCR vaak negatief blijkt is deze antistof-index (vnl voor HSV-virussen) van nut. Bijkomend wordt een intrathecale polyspecifieke antivirale immuunrespons (minstens 2 intrathecale indices >= 1,5) beschouwd als de meest specifieke CSV merker voor MS-diagnostiek. |
Deelname EKE | INSTAND |
Aanvraagformulier | AFAZFAB00007 Infectieuze serologie, moleculaire biologie en antibioticadosages |
RIZIV nr | 551655-551666 |
B-waarde | B250 |
Versiedatum | 14/09/2021 |