Basic data
Activiteitencentrum | Sint-Jan |
Database | Infectieuze serologie |
Groep | Virale serologie |
Code | EBVNAG |
Verzending | Nee |
Detail data
Lichaamsmateriaal voorkeur | serum |
Lichaamsmateriaal toegelaten | plasma |
Recipient voorkeur | serum gel tube |
Recipient toegelaten | Li-heparine tube |
Mininum vereiste volume | 2,6 mL |
Analysevolume | 200 µL |
Bewaarcondities en voorbehandeling | Serum/plasma: centrifugatie volgens richtlijnen labo. Max. 3 dagen bewaren bij 15-30°C. Max. 14 dagen bewaren bij 2-8°C. |
Acceptatiecriteria staalontvangst | Gestold bloed wordt zo snel mogelijk, bij voorkeur binnen de 2 uur na afname, op kamertemperatuur naar het laboratorium gebracht. |
Acceptatiecriteria bijaanvraag | Indien het serum een correcte pre-analytische fase onderging, en sindsdien bewaard wordt in de serotheek, kan een bijaanvraag gebeuren tot 1w na afname. Indien de bijaanvraag later komt, is overleg met verantwoordelijke microbiologe aangewezen. |
Transport voorwaarden | Gestold bloed of plasma wordt zo snel mogelijk, bij voorkeur binnen de 2 uur na afname, op kamertemperatuur naar het laboratorium gebracht. |
Analyse frequentie | Dagelijks met uitzondering van weekend- en feestdagen. |
Antwoordtijd | 8 uur - 3 dagen |
24/24uur | Nee |
Antwoordtijd indien dringend | < 1 uur |
Verantwoordelijk klinisch bioloog | dr. Marijke Reynders |
Uitvoerende laboratoriumdienst/afdeling | Dienst Laboratoriumgeneeskunde; Operationele Eenheid Infectieuze Serologie |
Techniek/methode | Chemiluminescentie microparticle immuno-assay (CMIA) |
Mogelijke interferenties | Sterk hemolytische of lipemische monsters kunnen minder betrouwbare resultaten geven. |
Toestel | Alinity (Abbott) |
Eenheid of kwalitatief | S/CO |
Referentie waarden | <0,50: Negatief ≥0,50 - <1,00: Borderline ≥1,00: Positief |
Interpretatie | EBNA-IgG antilichamen worden detecteerbaar na een 3- tot 6-tal maanden post-primo-infectie EBV, dus na het ontwikkelen van VCA-IgM en VCA-IgG antilichamen. Deze bepaling kan helpen om de primo-infectie te dateren bij moeilijke differentiaaldiagnose in geval van beeld van acute virose (onderscheid tussen EBV en andere infecties zoals herpesviridae -CMV, HSV, VZV,HHV6-,adenoviridae,enteroviridae,enz.).anti-EBNA: Dit antilichaam wordt dus slechts laattijdig positief en is dus meestal nog afwezig op het moment van de diagnostiek van een acute EBV-infectie. Een negatieve anti-EBNA met positieve VCA-antilichamen kan dus in twijfelgevallen eerder een bevestiging van een recente infectie geven. Anderzijds is anti-EBNA diagnostisch vooral nuttig bij anti-VCA-negatieve personen, waar het als enige getuige van een infectie (jaren terug) kan overblijven, dus ook nadat de VCA-antilichamen reeds zijn genegativeerd. |
Deelname EKE | WIV |
Aanvraagformulier | AFAZFAB00007 Infectieuze serologie, moleculaire biologie en antibioticadosages |
Cumulregel | Max. 8 virale serologietesten/aanvraag |
Diagnoseregel | Kwantitatieve detectie van specifieke IgG antistoffen in serum tegen EBV nuclear antigen (EBNA), voor diagnostische doeleinden. |
RIZIV nr | 551655-551666 |
B-waarde | 250 |
Zoektermen | EBV |
Versiedatum | 3/04/2023 |