Back to top

Legionella pneumophila IgG

Basic data

Activiteitencentrum Sint-Jan
Database Infectieuze serologie
Groep Bacteriële serologie
Code LEGG
Verzending Nee

Detail data

Lichaamsmateriaal voorkeur serum
Lichaamsmateriaal toegelaten plasma
Recipient voorkeur serum gel tube
Recipient toegelaten Li-heparine tube
Mininum vereiste volume 2,6 mL
Analysevolume 170 µL
Bewaarcondities en voorbehandeling Serum of plasma: Voor analyse dient het monster gecentrifugeerd te worden volgens de standaardprocedures van het labo en dient het afgescheiden serum of plasma bewaard te worden bij -20°C.
Acceptatiecriteria staalontvangst Gestold bloed wordt zo snel mogelijk, bij voorkeur binnen de 2 uur na afname, op kamertemperatuur naar het laboratorium gebracht.
Acceptatiecriteria bijaanvraag Indien het serum een correcte pre-analytische fase onderging, en sindsdien bewaard wordt in de serotheek, kan een bijaanvraag gebeuren tot 1w na afname. Indien de bijaanvraag later komt, is overleg met verantwoordelijke microbiologe aangewezen.
Transport voorwaarden Gestold bloed of plasma wordt zo snel mogelijk, bij voorkeur binnen de 2 uur na afname, op kamertemperatuur naar het laboratorium gebracht.
Analyse frequentie 2 x per week in functie van het aantal aanvragen
Antwoordtijd 8 uur - 7 dagen
24/24uur Nee
Antwoordtijd indien dringend < 4 uur
Verantwoordelijk klinisch bioloog dr. Marijke Reynders
Uitvoerende laboratoriumdienst/afdeling Dienst Laboratoriumgeneeskunde; Operationele Eenheid Infectieuze Serologie
Techniek/methode Immuno-enzymatische test (ELISA Serion/Virion)
Mogelijke interferenties Sterk hemolytische of lipemische monsters kunnen minder betrouwbare resultaten geven.
Toestel ELISA op DS2 automaat
Eenheid of kwalitatief U/mL
Referentie waarden <50 : Negatief

≥50 - <70: Borderline

≥70 : Positief
Interpretatie Bij het doormaken van een legionella-infectie worden antistoffen gevormd die na enkele weken aantoonbaar worden, dus er is sprake van een eerder trage serorespons. Seroconversie of significante (definitie: viervoudige) titerstijging zijn vaak pas na 3 weken aantoonbaar met een uitloop tot 3 maanden. Het tweede monster van de gepaarde sera wordt dan ook ten vroegste na 21 dagen afgenomen. 80% van de patiënten heeft binnen 10 weken na de eerste -ziektedag seroconversie doorgemaakt.

Er zijn tegenwoordig drie serologische technieken beschikbaar. Bij de micro agglutinatie test (MAT) en bij de indirect fluorescent antibody test (IFAT) is de uitkomstmaat een titerstijging, bij de ELISA is de uitkomstmaat wel of geen seroconversie. Een enkelvoudige hoge titer (MAT 1:32, IFAT 1:128, ELISA afhankelijk van de leeftijd) kan de diagnose waarschijnlijk maken bij patiënten met een passende medische voorgeschiedenis. (Bos06) In de MAT wordt geen onderscheid gemaakt tussen IgG- en IgM-antistoffen, met de IFAT kunnen IgG- en IgM-antistoffen wel apart worden aangetoond evenals met ELISA. IgM-titers kunnen echter relatief lang persisteren en wijzen daarom niet altijd op een recente infectie.

De sensitiviteit van de huidige serologische bepalingen is 70-80%. Kruisreacties met Mycoplasma spp en Chlamydia spp zijn bekend bij MAT-bepalingen, maar quasi uitgesloten bij ELISA-testen, zoals gebruikt in St.Jan. Serologie is vooral waardevol voor epidemiologische studies en diagnostiek achteraf, maar is niet bruikbaar voor acute diagnostiek (waar men idealiter Legionella pneumophila opspoort in een respiratoir monster) gezien de trage IgG antilichaamrespons. Serologie is tevens niet geschikt voor monitoring van behandeling.
Seroconversie of significante titerstijging bij gepaarde monsters kan dus wijzen op acute of recente infectie. Hoge titers worden gevonden bij 1 tot 5 % van de gezonde bevolking.
Deelname EKE INSTAND
Aanvraagformulier AFAZFAB00007 Infectieuze serologie, moleculaire biologie en antibioticadosages
Diagnoseregel Kwantitatieve detectie van specifieke IgG antistoffen in serum, tegen Legionella pneumophila types 1 tot 7, voor diagnostische doeleinden.
RIZIV nr /
B-waarde 7,5 euro ten laste van de patiënt
Versiedatum 14/09/2021