Basic data
Activiteitencentrum | Sint-Jan |
Database | Infectieuze serologie |
Groep | Bacteriële serologie |
Code | COBUAS |
Verzending | Nee |
Detail data
Lichaamsmateriaal voorkeur | serum |
Recipient voorkeur | serum gel tube |
Mininum vereiste volume | 2,6 mL |
Analysevolume | 100 µL |
Bewaarcondities en voorbehandeling | Voor analyse dient het monster gecentrifugeerd te worden volgens de standaardprocedures van het labo en dient het afgescheiden serum bewaard te worden bij 2-8°C gedurende maximum 7 dagen of bij -20°C. Herhaaldelijk vriezen-dooien van de stalen moet vermeden worden daar de IF-titers zullen dalen, voornamelijk bij IgM-bepaling. |
Acceptatiecriteria staalontvangst | Gestold bloed wordt zo snel mogelijk, bij voorkeur binnen de 2 uur na afname, op kamertemperatuur naar het laboratorium gebracht. |
Acceptatiecriteria bijaanvraag | Indien het serum een correcte pre-analytische fase onderging, en sindsdien bewaard wordt in de serotheek, kan een bijaanvraag gebeuren tot 1w na afname. Indien de bijaanvraag later komt, is overleg met verantwoordelijke microbiologe aangewezen. |
Transport voorwaarden | Gestold bloed wordt zo snel mogelijk, bij voorkeur binnen de 2 uur na afname, op kamertemperatuur naar het laboratorium gebracht. |
Analyse frequentie | 1x per week |
Antwoordtijd | 8 uur - 7 dagen |
24/24uur | Nee |
Antwoordtijd indien dringend | < 8 uur |
Verantwoordelijk klinisch bioloog | dr. Marijke Reynders |
Uitvoerende laboratoriumdienst/afdeling | Dienst Laboratoriumgeneeskunde; Operationele Eenheid Infectieuze Serologie |
Techniek/methode | Indirecte immunofluorescentie assay |
Mogelijke interferenties | Vals-positieve IFA testen kunnen optreden in aantal alternatieve actieve infecties, o.a. een acute primo-CMV zal problemen veroorzaken bij de aflezing gezien mogelijk massieve fluorescentie waarneembaar, maar aspecifiek beeld. |
Toestel | Manueel |
Eenheid of kwalitatief | titer (semi-kwantitatief) |
Referentie waarden | ≤1/32: Negatief 1/64: Zwak positief ≥1/128: Positief; te beschouwen als teken van recente infectie. |
NW Man | <1/32 |
NW Vrouw | <1/32 |
Interpretatie | In acute fase van infectie, kunnen IgM antilichamen via IFA gedetecteerd worden tussen de 2de week en de derde maand van het ziekteverloop. De hoogste IgG antilichaam-niveaus worden bekomen na 4 à 8 weken. Antilichamen gericht tegen fase II antigeen zijn predominant aanwezig in acute fase van de ziekte; anti-fase I antilichaamdetectie is erg nuttig voor de confirmatie en therapeutische follow-up van chronische Q-koorts. |
Deelname EKE | INSTAND |
Aanvraagformulier | AFAZFAB00007 Infectieuze serologie, moleculaire biologie en antibioticadosages |
Cumulregel | Maximaal 5 bacteriële antilichamen mogen samen bepaald worden op één serumstaal. |
Diagnoseregel | Immunologische detectiemethode voor Coxiella burnetii Fase II & I IgM antilichamen in humaan serum, voor de diagnose van Q-koorts. |
RIZIV nr | 551176-551187 |
B-waarde | 250 |
Zoektermen | q-koorts |
Versiedatum | 14/09/2021 |