Basic data
Activiteitencentrum | Sint-Jan |
Database | Infectieuze serologie |
Groep | Bacteriële serologie |
Code | CHLPNG |
Verzending | Nee |
Detail data
Lichaamsmateriaal voorkeur | serum |
Lichaamsmateriaal toegelaten | plasma |
Recipient voorkeur | serum gel tube |
Recipient toegelaten | Li-heparine tube |
Mininum vereiste volume | 2,6 mL |
Analysevolume | 50 µL |
Bewaarcondities en voorbehandeling | Serum/plasma: Voor analyse dient het monster gecentrifugeerd te worden volgens de standaardprocedures van het labo en dient het afgescheiden serum bewaard te worden bij -20°C. |
Acceptatiecriteria staalontvangst | Gestold bloed wordt zo snel mogelijk, bij voorkeur binnen de 2 uur na afname, op kamertemperatuur naar het laboratorium gebracht. |
Acceptatiecriteria bijaanvraag | Indien het serum een correcte pre-analytische fase onderging, en sindsdien bewaard wordt in de serotheek, kan een bijaanvraag gebeuren tot 1w na afname. Indien de bijaanvraag later komt, is overleg met verantwoordelijke microbiologe aangewezen. |
Transport voorwaarden | Gestold bloed wordt zo snel mogelijk, bij voorkeur binnen de 2 uur na afname, op kamertemperatuur naar het laboratorium gebracht. |
Analyse frequentie | 2 x per week in functie van het aantal aanvragen. De bacterie zelf kan eveneens aangetoond worden in een diep respiratoir staal in acute fase van infectie dmv respiratoire micro-array analyse (MRESPI). |
Antwoordtijd | 1 - 14 dagen |
24/24uur | Nee |
Antwoordtijd indien dringend | < 6 uur |
Verantwoordelijk klinisch bioloog | dr. Marijke Reynders |
Uitvoerende laboratoriumdienst/afdeling | Dienst Laboratoriumgeneeskunde; Operationele Eenheid Infectieuze Serologie |
Techniek/methode | MIF |
Mogelijke interferenties | Sterk hemolytische of lipemische monsters kunnen minder betrouwbare resultaten geven. |
Toestel | Manueel |
Eenheid of kwalitatief | titer (semi-kwantitatief) |
Referentie waarden | <1/100: Negatief ≥1/400: Positief. |
Interpretatie | Seroconversie of significante titerstijging bij gepaarde monsters kan een acute of recente infectie bevestigen. Kruisreactie met andere Chlamydia species is mogelijk, maar kan ook te wijten zijn aan infectie met méér dan één Chlamydia species (coïnfectie). |
Deelname EKE | INSTAND |
Aanvraagformulier | AFAZFAB00007 Infectieuze serologie, moleculaire biologie en antibioticadosages |
Cumulregel | Max. 3 bepalingen Chlamydiae gelijktijdig. Max. 5 bepalingen serologie rickettsiae, mycoplasmata en chlamydiae op 1 staal |
Diagnoseregel | Kwantitatieve detectie van specifieke IgG antistoffen in serum tegen Chlamydia pneumoniae, voor diagnostische doeleinden. |
RIZIV nr | 551972-551983 |
B-waarde | 200 |
Zoektermen | Chlamydia pneumoniae |
Versiedatum | 14/09/2021 |