Lichaamsmateriaal voorkeur |
serum |
Recipient voorkeur |
serum gel tube |
Mininum vereiste volume |
2,6 mL |
Analysevolume |
100 µL |
Bewaarcondities en voorbehandeling |
Voor analyse dient het monster gecentrifugeerd te worden volgens de standaardprocedures van het labo en dient het afgescheiden serum bewaard te worden bij 2° tot 8°C gedurende maximaal 1 week. |
Acceptatiecriteria staalontvangst |
Gestold bloed wordt zo snel mogelijk, bij voorkeur binnen de 2 uur na afname, op kamertemperatuur naar het laboratorium gebracht. |
Acceptatiecriteria bijaanvraag |
Indien het serum een correcte pre-analytische fase onderging, en sindsdien bewaard wordt in de serotheek, kan een bijaanvraag gebeuren tot 1w na afname. Indien de bijaanvraag later komt, is overleg met verantwoordelijke microbiologe aangewezen. |
Transport voorwaarden |
Gestold bloed wordt zo snel mogelijk, bij voorkeur binnen de 2 uur na afname, op kamertemperatuur naar het laboratorium gebracht. |
Analyse frequentie |
Dagelijks met uitzondering van de vrijdag, weekend- en feestdagen |
Antwoordtijd |
24 uur - 4 dagen |
24/24uur |
Nee |
Antwoordtijd indien dringend |
24 uur |
Verantwoordelijk klinisch bioloog |
dr. Marijke Reynders |
Uitvoerende laboratoriumdienst/afdeling |
Dienst Laboratoriumgeneeskunde; Operationele Eenheid Infectieuze Serologie |
Techniek/methode |
Agglutinatie test |
Mogelijke interferenties |
Sterk hemolytische of lipemische monsters kunnen minder betrouwbare resultaten geven. |
Toestel |
Manueel |
Eenheid of kwalitatief |
titer (semi-kwantitatief) |
Referentie waarden |
<1/80: Geen significante, diagnostische betekenis
≥1/80: Mogelijkheid van acute of recente infectie. |
Interpretatie |
Een titerstijging of daling heeft meer betekenis dan een enkelvoudige titer. Kruisreacties tussen Brucella abortus en Brucella melitensis komen frequent voor. Vals positieve resultaten zijn mogelijk (o.a. na vaccinatie tegen Vibrio cholerae en bij infectie met Francisella tularensis). |
Deelname EKE |
WIV |
Aanvraagformulier |
AFAZFAB00007 Infectieuze serologie, moleculaire biologie en antibioticadosages |
Cumulregel |
Maximaal 5 bacteriële serologieën per staal (naast Chlamydiae, Mycoplasmata en Rickettsiaceae) |
Diagnoseregel |
Kwantitatieve detectie en identificatie van specifieke antistoffen tegen Brucella in serum voor diagnostische doeleinden. |
RIZIV nr |
551014-551025 |
B-waarde |
80 |
Versiedatum |
14/09/2021 |