Basic data
Activiteitencentrum | Henri Serruys |
Database | Infectieuze serologie |
Groep | Virale serologie |
Code | 1820 |
Verzending | Nee |
Detail data
Lichaamsmateriaal voorkeur | Serum | |||||||||||||||
Lichaamsmateriaal toegelaten | plasma (lithium heparine of EDTA) | |||||||||||||||
Recipient voorkeur | Serumbuis | |||||||||||||||
Mininum vereiste volume | 3 mL | |||||||||||||||
Analysevolume | 150 µL | |||||||||||||||
Bewaarcondities en voorbehandeling | Serum: voor analyse dient het monster gecentrifugeerd te worden volgens de standaardprocedures van het lab en dient het afgescheiden serum bewaard te worden bij 2° tot 8°C gedurende maximaal 7 dagen. Indien langere bewaring nodig is , dan moet het serum op -25 C° +/- 6 °C worden ingevroren.. Een monster van een niet zwangere persoon wordt maximaal 14 dagen in het lab bewaard. De sera van zwangere vrouwen worden minstens 9 maanden bewaard. | |||||||||||||||
Acceptatiecriteriastaalontvangst | juiste identificatie van patiënt (naam, voornaam, geboortedatum) juist recipiënt afname condities juist uitgevoerd |
|||||||||||||||
Transport voorwaarden | Gestold bloed wordt zo snel mogelijk, bij voorkeur binnen de 2 uur na afname, op kamertemperatuur naar het laboratorium gebracht. | |||||||||||||||
Analyse frequentie | Dagelijks | |||||||||||||||
Antwoordtijd | 24u | |||||||||||||||
24/24uur | Neen | |||||||||||||||
Antwoordtijd indien dringend | < 2 uur | |||||||||||||||
Verantwoordelijk klinisch bioloog | Dr. Evelyne Vanderstraeten | |||||||||||||||
Uitvoerende laboratoriumdienst/afdeling | Dienst Laboratoriumgeneeskunde; Activiteitencentrum HS, Werkpost infectieuze serologie | |||||||||||||||
Techniek/methode | Kwantitatieve test o.b.v. een twee staps enzym immunoassay sandwich methode met een finale fluorescente detectie (ELFA). | |||||||||||||||
Mogelijke interferenties | Duidelijk zichtbare hemolytische, icterische en lipemische stalen geven minder betrouwbare resultaten. Indien mogelijk, gelieve een nieuw staal af te nemen. | |||||||||||||||
Toestel | Vidas 3 (bioMérieux) | |||||||||||||||
Eenheid of kwalitatief | IU/mL | |||||||||||||||
Referentie waarden | < 10 IU/L is niet reactief; > of = 10 IU/L is reactief. | |||||||||||||||
Interpretatie | >= 10: immuniteit; <10: geen immuniteit. Indien geen immuniteit aantoonbaar, is vaccinatie sterk aangewezen, behalve bij zwangeren waar dient gewacht te worden tot de postnatale periode. Het vaccin dient bij vrouwelijke patiënten op vruchtbare leeftijd gevolgd te worden door 3 maanden efficiënte anticonceptie. Bij vermoeden van een acute Rubella infectie dient men ook de Rubella IgM antistoffen te bepalen. Een serologiche diagnose van een acute Rubella infectie kan enkel gesteld worden op basis van een viervoudige titerstijging van de antilichamen tussen twee opéénvolgende stalen, nl. een acuut fase serum af te nemen binnen de 7 tot 10 dagen na het ontstaan van de rash en een convalescent serum 2 tot 3 weken later. Resultaten bij HIV patiënten en bij patiënten met een immuunsupressieve therapie dienen met de nodige voorzichtigheid te worden geïnterpreteerd.
Opmerkingen: |
|||||||||||||||
Deelname EKE | Sciensano | |||||||||||||||
Aanvraagformulier | HSALFAB00011 Aanvraagformulier laboratoriumanalysen HS | |||||||||||||||
Diagnoseregel | Kwantitatieve detectie van IgG antistoffen tegen Rubella virus in serum of plasma voor diagnostische doeleinden. | |||||||||||||||
RIZIV nr | 551596-551600 | |||||||||||||||
B-waarde | 250 | |||||||||||||||
Zoektermen | rodehond, rode hond | |||||||||||||||
Versiedatum | 25/09/2019 |