Basic data
Activiteitencentrum | Henri Serruys |
Database | Infectieuze serologie |
Groep | Virale serologie |
Code | 56176 |
Verzending | Nee |
Detail data
Lichaamsmateriaal voorkeur | Serum | ||||||||||||||||||||||||||||
Recipient voorkeur | Serumbuis | ||||||||||||||||||||||||||||
Mininum vereiste volume | 3 mL | ||||||||||||||||||||||||||||
Analysevolume | 150 µL | ||||||||||||||||||||||||||||
Bewaarcondities en voorbehandeling | Serum: voor analyse dient het monster gecentrifugeerd te worden volgens de standaardprocedures van het labo en dient het afgescheiden serum bewaard te worden bij 2-8°C gedurende maximaal 2 dagen. Indien langere bewaring nodig is , dan moet het serum op -25 C° +/- 6 °C worden ingevroren. | ||||||||||||||||||||||||||||
Acceptatiecriteriastaalontvangst | juiste identificatie van patiënt (naam, voornaam, geboortedatum) juist recipiënt afname condities juist uitgevoerd |
||||||||||||||||||||||||||||
Transport voorwaarden | Gestold bloed wordt zo snel mogelijk, bij voorkeur binnen de 2 uur na afname, op kamertemperatuur naar het laboratorium gebracht. | ||||||||||||||||||||||||||||
Analyse frequentie | Dagelijks | ||||||||||||||||||||||||||||
Antwoordtijd | 24u | ||||||||||||||||||||||||||||
24/24uur | Nee | ||||||||||||||||||||||||||||
Verantwoordelijk klinisch bioloog | Dr. Evelyne Vanderstraeten | ||||||||||||||||||||||||||||
Uitvoerende laboratoriumdienst/afdeling | Dienst Laboratoriumgeneeskunde; Activiteitencentrum HS, Werkpost infectieuze serologie | ||||||||||||||||||||||||||||
Techniek/methode | Kwalitatieve test o.b.v. een enzym immunoassay methode door immuuncaptatie met een finale fluorescente detectie (ELFA). | ||||||||||||||||||||||||||||
Mogelijke interferenties | Duidelijk zichtbare hemolytische, icterische en lipemische stalen geven minder betrouwbare resultaten. Indien mogelijk, gelieve een nieuw staal af te nemen. | ||||||||||||||||||||||||||||
Toestel | Vidas 3 (bioMérieux) | ||||||||||||||||||||||||||||
Eenheid of kwalitatief | Test Value | ||||||||||||||||||||||||||||
Referentie waarden | Negatief: T.V. < of = 0,11; Borderline: 0,12 < of = T.V. < of = 0,18; Postitief > of = 0,19 | ||||||||||||||||||||||||||||
Interpretatie | Een positieve IgM bepaling kan een indicatie zijn voor acute, primaire EBV infectie, bij re-infectie daarentegen wordt zelden een stijging van de IgM titer waargenomen. Kruisreactie met andere pathogenen van de Herpes virus groep (HSV, VZV en CMV) is mogelijk. Epstein-Barr virus (EBV), ofwel humaan herpes virus 4 (HHV-4), is een erg frequent virus in de mens. EBV is een lymphotroop, dubbelstrengig DNA virus met enveloppe. Het behoort tot de familie herpesviridae, subfamilie gamma herpesvirussen. In volwassenen boven 25 jaar is de seroprevalentie > 90%. De virale transmissie verloopt meestal via saliva, hoewel sexuele transmissie, transmissie via transplanatie of via bloedproducten die lymfocyten bevatten ook beschreven is. EBV is het causale agens van infectieuze mononucleosis (IM) en is tevens geassocieerd met Burkitt’s lymphoma en nasopharyngeale carcinomata. Tijdens de lytische fase repliceert het virus in B-cellen en epitheelcellen van de speekselklieren, tonsillen en orale mucosa; en wordt gesecreteerd via saliva. Na resolutie van de primaire infectie blijft EBV latent aanwezig in de B lymphocyten. Reactivaties treden frequent op tijdens het leven maar zijn meestal niet klinisch relevant in immunocompetente gastheren. Na de primo-infectie wordt het virus levenslang intermittent gesecreteerd via speeksel. EBV infecties in de kindertijd zijn vaal asymptomatisch, waar ze bij adolescenten in 35 à 40% van de gevallen tot IM leiden. De incubatieperiode varieert van 4 à 6 weken. Diagnose van IM wordt gekenmerkt door de klassieke triade van koorts, pharyngitis en lymphadenopathie naast specifieke hematologische bevindingen (atypische lymphocyten). Serologische testen worden gebruikt voor staging van de infectie, om EBV te differentiëren van alternatieve infecties (o.a. CMV, Toxoplasma gondii, hepatitis A virus, HIV) met vergelijkbare klinische symptomen en om de immuunstatus te bepalen in transplantdonoren en -recipiënten.
Opmerkingen: |
||||||||||||||||||||||||||||
Deelname EKE | Sciensano | ||||||||||||||||||||||||||||
Aanvraagformulier | STJSER Aanvraagbrief Infectieuze serologie en moleculaire microbiologie | ||||||||||||||||||||||||||||
Cumulregel | Opsporen van IgM antilichamen tegen Epstein-Barr virus (Maximum 1) (Cumulregel 328) | ||||||||||||||||||||||||||||
Diagnoseregel | Kwantitatieve detectie van specifieke IgM antistoffen in serum tegen EBV VCA (viral capsid antigen), voor diagnostische doeleinden. | ||||||||||||||||||||||||||||
RIZIV nr | 551552-551563 | ||||||||||||||||||||||||||||
B-waarde | 300 | ||||||||||||||||||||||||||||
Zoektermen | Mononucleose, Mononucleosa infectiosa, Klierkoorts, EBV, Ziekte van Pfeiffer | ||||||||||||||||||||||||||||
Versiedatum | 25/04/2023 |