Basic data
Activiteitencentrum | Henri Serruys |
Database | Algemene hematologie |
Groep | Algemeen perifeer bloedonderzoek |
Subgroep | Investigatie pseudotrombopenie |
Code | 11050 |
Verzending | Nee |
Detail data
Lichaamsmateriaal voorkeur | Volbloed |
Recipient voorkeur | Li Heparine buis |
Mininum vereiste volume | 2,7 ml bloed |
Analysevolume | 1 ml voor automatische analyse, 200 µl voor manuele analyse |
Speciale afname condities | Bij voorkeur tube volledig vullen tot aan merkstreep |
Bewaarcondities en voorbehandeling | Bewaring bij kamertemperatuur. De stalen moeten zo snel mogelijk na afname en zeker binnen de 24 uur worden geanalyseerd. |
Acceptatiecriteria staalontvangst | juiste identificatie van patiënt (naam, voornaam, geboortedatum) juist recipiënt afname condities juist uitgevoerd |
Acceptatiecriteria bijaanvraag | geen bijaanvraag mogelijk, analyse moet gebeuren op vers bloed |
Transport voorwaarden | Transport op kamertemperatuur |
Analyse frequentie | Dagelijks |
Antwoordtijd | 1 uur |
24/24uur | ja |
Antwoordtijd indien dringend | 30 minuten |
Verantwoordelijk klinisch bioloog | Dr Van Erum |
Uitvoerende laboratoriumdienst/afdeling | Dienst Laboratoriumgeneeskunde; Operationele Eenheid Core Lab; Werkpost algemene hematologie |
Techniek/methode | DC detectiemethode (XN-1500) |
Mogelijke interferenties | Vals verlaagde waarden komen o.a. voor igv slechte preanalytische staalkwaliteit (stolsel in tube), in aanwezigheid van reuzetrombocyten of van trombocytenaggregaten. Vals verhoogde resultaten komen o.a. voor in aanwezigheid van zeer kleine RBC en RBC fragmenten. |
Toestel | XN-1500 (Sysmex) |
Eenheid of kwalitatief | 10*9/L |
Referentie waarden | Zie rapport. De referentiewaarden zijn leeftijds- en geslachtsafhankelijk. Bron: Establishment of common reference intervals for hematology parameters in adults, measured in a multicenter study on the Sysmex XN-series analyzer. Florin L et al. Int J Lab Hematol. 2020 Jun;42(3):e110-e11 |
Interpretatie | Igv afname op EDTA kan in bepaalde gevallen een in-vitro agglutinatie van bloedplaatjes optreden ("pseudotrombopenie"). Bij vermoeden van pseudotrombopenie moet een bepaling van het aantal bloedplaatjes gebeuren op een citraat- en een heparinetube. Het resultaat van deze tubes moet vergeleken worden met dit van de EDTAtube. Tegelijk worden uitstrijkjes van deze stalen microscopisch geëvalueerd op de aanwezigheid van BPagglutinaten. |
Deelname EKE | Nee |
Accreditatie | Nee |
Aanvraagformulier | AFAZFAB00001 algemene aanvraagbrief voor laboratoriumtesten |
Zoektermen | PLT, trombocyte |
Versiedatum | 1/06/2022 |