Netvliesaandoeningen
Het achterste oogsegment betreft de achterste twee derde van het oog en bestaat uit het glasvocht (corpus vitreum, 80% van volume van het oog), het netvlies (retina), het vaatvlies (chorioidea) en de oogzenuwkop. Het netvlies en de oogzenuw zijn een onmiddelijke uitloper van de hersenen. De oogarts maakt verder een onderscheid : het centrale netvlies of de gele vlek (macula lutea = de essentiële plek van beeldvorming in het oog) versus het perifere netvlies.
LMD of Leeftijdsgebonden Maculaire Degeneratie
Het is een ziekte van het oog optredend bij het ouder worden, waarbij de centrale gezichtsscherpte aangetast wordt. Het centrale zien is nodig om voorwerpen scherp te onderscheiden, om te lezen, om kleuren te zien.
LMD tast de macula of gele vlek van het oog aan.
De macula is gelegen in het centrum van het netvlies achteraan in het oog.
Soms verloopt de aandoening traag en ongemerkt. Soms verloopt het proces snel over enkele weken tot maanden.
LMD is een hoofdoorzaak van gezichtsverlies bij de oudere westerse bevolking van meer dan 60 jaar.
IVT of intravitreale therapie
Het betekent een inspuiting van medicatie binnen de gelatineuse structuur van het oog genaamd glasvocht of vitreum. Een geringe hoeveelheid medicatie wordt in vloeibare vorm ingespoten (0.05 cc tot maximum 0,1 cc).
Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een zeer dun injectienaaldje met specifiek aangepast lengte. Het is een procedure die kan herhaald worden.
Maculapucker
Licht komt door het hoornvlies, de lens en het glasvocht op het netvlies terecht. Het netvlies is een lichtgevoelige laag aan de achterzijde van het oog. Het netvlies zet licht om in signalen die naar de hersenen worden gestuurd. De hersenen maken hier een beeld van. Het midden van het netvlies heet de macula (gele vlek). Met dit deel van het netvlies kunnen we het scherpst zien.
Door meestal onbekende reden kan er een laagje weefsel over de macula gaan groeien. Dit weefsel kan gaan samentrekken, waardoor er plooien in het netvlies ontstaan. Dit wordt een maculapucker genoemd (zie figuur 2). Beelden kunnen hierdoor vervormd worden waargenomen. Ook kan het beeld waziger worden. Deze klachten kunnen langzaam verergeren. Een maculapucker kan leiden tot slechtziendheid, maar leidt niet tot blindheid.
Maculagat
Licht komt door het hoornvlies, de lens en het glasvocht op het netvlies terecht. Het netvlies is een lichtgevoelige laag aan de achterzijde van het oog. Het netvlies zet licht om in signalen die naar de hersenen worden gestuurd. De hersenen maken hier een beeld van. Het midden van het netvlies heet de macula (gele vlek). Met dit deel van het netvlies kunnen we het scherpst zien.
Het glasvocht is een soort gelei dat de ruimte tussen de lens en het netvlies vult. Met het ouder worden verandert de samenstelling van het glasvocht geleidelijk en gaat het verschrompelen. De achterkant van het glasvocht kan hierbij aan de macula gaan trekken, waardoor er een gaatje in de macula kan ontstaan. Dit wordt een maculagat genoemd.
Dit leidt tot een vermindering van het gezichtsvermogen en beelden zullen vertekend worden waargenomen.
Een maculagat ontstaat meestal spontaan, zonder duidelijke oorzaak. De kans dat er in het andere oog een maculagat ontstaat is 5-15%. De kans dat een maculagat uit zichzelf sluit is heel klein.
Als een maculagat niet met een operatie wordt verholpen, zal het gezichtsvermogen verder verminderen. Een maculagat leidt tot slechtziendheid, maar niet tot blindheid.