De majeure voedingsallergenen zijn ei, koemelk, soja, tarwe, vis, schaaldieren en noten.
Back to top

Voedingsallergie

De laatste decennia is er een duidelijke toename van voedingsallergieën, voornamelijk bij kinderen. In de VS heeft 8 % van de kinderen een voedingsallergie en 30 % van deze kinderen heeft een allergie voor multipele voedingsmiddelen.

De correcte diagnose van een voedingsallergie blijft een uitdaging. De klinische presentatie kan zowel bij kinderen als volwassenen zeer divers zijn en gaan van lokale irritatie in mond en keel, uiteenlopende gastro-intestinale klachten (zoals onder andere vage buikpijnklachten, diarree of slechte gewichtsevolutie), eczeem en urticaria tot het Quincke-oedeem en anafylaxie.

Deze allergenen kunnen een primaire voedingsallergie uitlokken. Daarnaast zijn er ook kruisreacties gekend van voedingsmiddelen met pollen (een gekende associatie is bijvoorbeeld berkenpollenallergie en appel) en met latex (het latex-fruit-syndroom, bijvoorbeeld met kiwi of banaan). De meeste gevallen van kruisallergie presenteren zich met een oraal allergiesyndroom, wat zelden aanleiding geeft tot anafylaxie.

Een uitgebreide anamnese met eventueel bijhouden van een dagboek is cruciaal. Verdere diagnostiek gebeurt aan de hand van huidtesten met verse voedingsproducten, componentenanalyse en provocatietesten.

Huidtesten uitvoeren kan op elke leeftijd, ook bij zuigelingen. Bij een voedingsallergie zijn prik-priktesten met verse voeding veel betrouwbaarder dan huidtesten met commerciële preparaten. Prik-priktesten in combinatie met een componentenanalyse maken een betere risico-inschatting mogelijk. Bepaalde epitopen (kleine stukjes van een allergeen) geven meer aanleiding tot ernstige reacties, terwijl andere epitopen enkel aanleiding geven tot kruisallergie en milde reacties. Deze analyse is belangrijk om de strengheid van het dieet te bepalen. Een orale provocatietest is geïndiceerd bij twijfel omtrent de allergie en bij transiënte vormen van voedingsallergie. Hierbij wordt het voedingsallergeen in opklimmende dosis toegediend. Dit gebeurt onder strikt gecontroleerde omstandigheden in het dagziekenhuis.

Een voedingsallergie kan zich ook presenteren onder de vorm van een eosinofiele oesofagitis, met een massieve infiltratie van eosinofielen in de slokdarm. De juiste etiologie en fysiopathologie van deze entiteit is nog niet gekend. De incidentie bij kinderen bedraagt 15-40/100.000. Bij volwassen is de frequentie dubbel zo hoog.  Deze aandoening vergt een specifieke behandeling met een strikt dieet en topische corticoïden, alsook een goede follow-up om evolutie naar slokdarmstricturen te voorkomen.

Gespecialiseerde diëtisten zijn een belangrijke partner voor de patiënt met een voedingsallergie. Het is van zeer groot belang om de ouders en/of patiënten op te leiden in het lezen van verpakkingen en het uitstippelen van het dieet. Een voedingsallergie heeft een grote sociale impact. Eten op school, op feestjes, op kamp of op het werk is voor veel van deze patiënten niet mogelijk. Duidelijke instructies hieromtrent en een concreet anafylaxie-actieplan zijn belangrijk.

Kinderen met een voedingsallergie worden opgevolgd op de dienst Pediatrie. Volwassenen met klachten van Quincke-oedeem, urticaria of anafylaxie worden behandeld op de dienst Huidziekten. Wanneer de gastro-intestinale symptomen op de voorgrond staan, worden de volwassenen naar de dienst Maag-, Darm- en Leverziekten verwezen. De diëtisten werken op afspraak via de diensten Maag-, Darm- en Leverziekten en Kinderziekten

Wanneer de arts bij u een overgevoeligheid of allergie voor voeding (1 of meerdere voedingsmiddelen) heeft vastgesteld, kan u bij de diëtiste(e) terecht voor een aangepast voedingsadvies

De diëtist(e) geeft u informatie over de voeding bij de desbetreffende allergie en zorgt er ook voor dat uw voeding nog alle nodige voedingsstoffen bevat.

Verder krijg u ook praktische tips omtrent:

  • Het lezen van etiketten
  • Wat met ‘sporen van’ en ‘gemaakt in een fabriek waar’?
  • Wat met uit eten?
  • Kruisreacties

Als uw arts een vermoeden heeft van een overgevoeligheid of allergie van voeding, kan een diëtist(e) samen met u op zoek naar de allergenen waar u overgevoelig voor bent. Een eetdagboek kan hierbij helpen.
Bij een sterk vermoeden, enkel op vraag van de arts, kan dit ook door te elimineren en te provoceren. Dit betekent dat u het verdacht allergeen een periode geheel vermijdt, om het daarna terug te herintroduceren.

Wij werken enkel op doorverwijzing van een arts. Breng uw voorschrift steeds mee bij de eerste consultatie.

De inhoud van deze pagina werd samengesteld door de betrokken dienst(en). Laatste update: 24 september 2018